1596 24 NOVEMBER 1977. (Middag) er maar eens met de opbouwwerker gesproken moet gaan worden omdat hij het proces verstoort. Wat wil men nu toch eigenlijk? Wethouder VAN DUN: Waar staat dat? De heer HOUBEN: Het betreft hier een stuk dat voor de commissie openbare werken ter visie is ge legd. Wethouder VAN DUN: Dat blijft toch niet ter visie? De heer HOUBEN: Neen, maar ik maak altijd goe de aantekeningen. Het betreft hier een advies van de chef afdeling stadsontwikkeling aan het college over de handelwijze naar aanleiding van het werk bezoek dat in augustus aan de oude wijken in het Heuvelkwartier is gebracht. Wethouder VAN DUN: En wat is het collegebe- sluit, mijnheer Houben? De heer HOUBEN: Het collegebesluit is onder andere Wethouder VAN DUN: Neen, integraal, het hele besluit! De heer HOUBEN: Dat kost mij ongeveer vijf mi nuten. Ik zal dat ene puntje eruit halen. Er zal een brief uitgaan naar het opbouwwerk in renovatie wijken en men zal ook met het I.M.W. ik denk ook dat de Stichting Buurt- en Opbouwwerk is be doeld over de rol en de positie van de opbouw werkers in die renovatie-aangelegenheden. Dat be sluit is genomen in een kritische context, in het licht van de negatieve ervaringen die de wethouder en zijn topambtenaren op 23 augustus jongstleden in het Westeinde hebben opgedaan. Wat wil men nu toch eigenlijk? Er is achter-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1596