1. 1 13 JANUARI 1977 15 t wil ik de volgende vragen stellen. Welke concrete plannen zijn er op dit ogenblik op een korte termijn ten aanzien van de bedoel en. de panden? 2. Wanneer er concrete plannen voor afbraak zijn, op welke wijze denkt het college dan met bewo ners en huurders tot een regeling te komen? 3. Is het college bereid op korte termijn met de n bewoners/huurders in contact te treden om de onduidelijkheden over genoemde panden weg te nemen? de ANTWOORD te Voor het terrein heeft zich een gegadigde ge e meld. De bestemming is industrieterrein. Dit betekent, dat de huidige opstallen geamoveerd moeten worden n- Daarom zijn in het ontruimings- en slooppro gramma voor 1977 deze panden opgenomen. Een aantal van deze panden is overigens na ont ruimd te zijn, gekraakt. se 2. Met diverse bewoners is reeds contact over de ontruiming geweest, waarbij vervangende huis vesting is aangeboden. Deze is echter geweigerd. Pogingen om met bewoners tot een vergelijk te komen zullen worden voortgezet, hoewel opge merkt moet worden dat de gemeente aan de ge stelde eisen van een woning met atelier niet 7 kan voldoen. n 3. Voor zover er onduidelijkheden mochten zijn, is de afdeling woningbedrijf van de dienst van e openbare werken de aangewezen instantie om op n heldering te verschaffen. P- VRAAG: (gesteld in de raadsvergadering d.d. n 18 -11-1976) n- de heer Visser Algemeen is men in Breda verheugd over de tot n standkoming van het bos van Breda in Israël. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 15