1604 24 NOVEMBER 1977. (Middag) spelen. Je moet bereid zijn je daarin te begeven, I ook met nieuwe ideeën die daarover bestaan en wij betreuren het dat de wethouder van economische za- i ken dat zo scherp afwijst. Dat afwegen is noodza- kelijk om op de nieuwe situatie te kunnen inspelen, anders raken wij achter. Dat hebben wij willen aan- 1 geven. Wat de achtergestelden betreft heeft Luce 1 Paulussen er al op gewezen dat wij voor alle groe- pen van Breda bezig zijn. Dan is het normaal dat je ook in het economisch veld met mensen bezig bent die er nog niet zo best voorstaan. Wij schieten daar echter weinig mee op, zeker door de snelheid van de ontwikkelingen op dat gebied. Wij hebben een aantal aanbevelingen gedaan; de heer Eissens en de heer Peeters hebben daar nog over geïnterrum peerd. Het werkgelegenheidsfonds vinden wij van belang omdat men zich naar onze mening ook op plaatselijk niveau met dat economisch terrein in dringend bezig moet houden. Dat is het fundamentele verschil van mening met wethouder Van Graafeiland, die zegt dat de overheid wel ondersteunend kan werken en wat dingen kan vrijgeven zodat zich ont wikkelingen kunnen voordoen, maar dat ingrijpen en daadwerkelijk meedoen niet onze taak is. Dat ver schil van opvatting heeft te maken met concrete werkgelegenheids-kwesties die wij ook genoemd heb ben en waar wij verschillende voorstellen voor heb ben gedaan, alsmede met de beleving van gevallen zoals die zich voordoen. Dat vinden wij niet dog matisch en ook niet ouderwets; het is gewoon iets dat zich voordoet en waaraan meegedaan moet worden. Een klein voorbeeld is de koopavond; de K.W.J. vindt dat een moeilijke kwestie waar je eigenlijk niet aan mee moet doen en ook de kleine onderne mers zeggen dat vaak omdat zij voor extra kosten komen te staan. Toch en daar overweegt de "gro te broer" die ik genoemd heb gaat het door, toch worden er nieuwe initiatieven genomen en er wordt geen keuze gemaakt voor de groeperingen in de stad, die steun werkelijk nodig hebben. Een ander voorbeeld is het overwerk waarover de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1604