1610 24 NOVEMBER 1977. (Middag) heid voor had vanwege de hoge waterstand van de Mark en ten tweede wens ik niet zoveel spreektijd te gebruiken als P.v.d.A. en P.P.R. voor zich heb ben opgeëist, omdat het college mij minder spreek tijd toestaat, waarmee ik overigens niet wil zeg gen dat het college mij in een achterstandsituatie heeft gedwongen. Dit is een moeilijk moment waar ik erg tegenop heb gezien en nog tegenop zie. Wat is namelijk het geval? De afgelopen nacht heerste in onze fractie een diepe teleurstelling. De stem ming kan worden gekarakteriseerd als een begrafe nis van de hoop, In De Stem van zaterdag 8 oktober jongstleden mocht worden geconstateerd dat een zeer belangrijk gedeelte van de achterban van de P.v.d.A. koos voor deelname aan het college. Dat was de hoop die wij koesterden en thans is de ba lans bijzonder triest. Er liggen drie moties van wantrouwen tegenover het college, tegen C.D.A. en V.V.D.. C.D.A. en V.V.D. zouden alleen maar werken voor burgers die het al te goed hebben. Als ik last van mijn ogen krijg, is het wel door dit soort opmerkingen. Wij zouden alleen maar inspraak toestaan als wij daartoe worden gedwongen. In spraak bestaat uit twee dingen. Je kunt persoonlijk als raadslid waarnemen wat er leeft door hier en daar je oor te luisteren te leggen en de krant te lezen, maar de formele wijze van inspraak behoeft niet altijd via de weg van een verordening plaats te vinden. Bovendien zouden wij als "schild" van het college functioneren. Dit zijn opmerkingen die mij tot diep in mijn hart hebben gegriefd, maar 'toch was het geen begrafenis van de hoop, want er is nog iets overgebleven. Het was echter wel het resultaat van de niet onderbouwde, trieste, onge nuanceerde balans welke P.v.d.A. en P.P.R. hebben opgemaakt, zonder ook maar de moed en de eerlijk heid te hebben gehad om de positieve punten te durven noemen. Dan was de conclusie wel anders ge weest! Wij beweren niet dat dit college geen enke le fout zou hebben gemaakt; natuurlijk is het in een dergelijk moeilijk democratisch functioneren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1610