160
21 MAART 1977
ook van de kant van belanghebbenden alles kan
worden gedaan om invloed op de ruimtelijke inrich
ting uit te oefenen. Die mogelijkheid is er op dit
ogenblik niet, terwijl de beroepsmogelijkheden
thans minder toereikend zijn dan wanneer het be
stemmingsplan zou worden gewijzigd. Uit een oog
punt van de wenselijkheid van inspraak en verbre
ding van de democratie was naar onze mening het
in procedure brengen van een bestemmingsplanwij
ziging van belang geweest. Aangezien dit niet heeft
plaatsgevonden, had naar onze mening het ter tafel
liggende voorstel niet moeten worden gedaan.
Ingaand op mijn vraag waarom het dagelijks
bestuur van de gemeente niet op de hoorzitting
vertegenwoordigd was, begon de wethouder te zeggen
dat hij niet formeel wilde zijn. Ik moet zeggen
dat ik zijn antwoord toch wel als vrij formeel
heb ervaren.
De wethouder heeft gezegd dat met het oog op
de bouwkosten spoed geboden was. In dat verband
heeft hij medegedeeld dat eind oktober ik meen
dat hij oktober 1976 bedoelde, hoewel hij het
jaartal er niet bij vermeldde het stichtingsbe
stuur aan het college heeft medegedeeld dat het
plannen voor de bouw van een crematorium had. Uit
informatie die we tijdens de informatie-avond van
het stichtingsbestuur zelf hebben gekregen, is ge
bleken dat dit bestuur reeds tien jaar met de ge
dachte aan de bouw van een crematorium speelde.
Aangezien deze kwestie dus al geruime tijd binnen
het stichtingsbestuur leefde maar pas in een zeer
laat stadium aan het college is voorgelegd, zie
ik niet in dat het gemeentebestuur van Breda zich
gedwongen zou moeten voelen een en ander met zeer
grote spoed te behandelen, zeker niet wanneer er
bezwaren vanuit de wijk liggen. Wethouder Van Dun
heeft erop gewezen dat de wet altijd een ruime
interpretatie toelaat. Dat geldt in dit geval ook
maar het zou best eens kunnen zijn dat de wet an
ders moet worden uitgelegd dan de wethouder nu
suggereert en dan de provinciale griffie onder
