1618 24 NOVEMBER 1977. (Middag) blijft om ook in de toekomst een stier te kunnen kopen; dan blijft de koe tenminste goed aan de melk! De VOORZITTER: Dames en heren, dit is het be gin van het antwoord van het college van burgemees ter en wethouders. Allereerst wil ik proberen wat tijd in te leveren, want u hebt daar nogal ruim gebruik van gemaakt; sommigen onder u zelfs wat te ruim. U hebt ook nogal veel tegen elkaar gezegd en dat maakt de positie van het college natuurlijk iets eenvoudiger, omdat de dingen die u tegen el kaar zegt niet altijd meer beantwoord hoeven te worden. Ik meen er verstandig aan te doen eerst verschillende vragen te beantwoorden die heel di rect in mijn richting zijn gesteld. Dat betreft dan onder andere de vragen van de heer Crul, die overigens tot de conclusie kwam dat wijhoewel het op een gegeven moment ophield, tot op zekere hoogte tamelijk vriendelijk zijn geweest. De ter- visielegging van de collegebeslissing is in de commissie algemene zaken aan de orde geweest, maar nog niet in het college van burgemeester en wethou ders. Er wordt gecoördineerd op het terrein van de inspraak, ook op de secretarie, maar niet mid dels speciaal daarvoor vrijgestelde ambtenaren en ook niet dat is althans niet de bedoeling door ambtenaren die daarvoor in de toekomst spe ciaal worden aangetrokken. Concrete beantwoording behoeven ook de vragen van de heer Van Duijl met betrekking tot de openba re orde. Ik heb de cijfers heel bewust vermeden omdat zij nog niet vergelijkbaar zijn. Op het ein de van dit jaar kan ik het u wel precies zeggen, maar ik kan u nu wel vast een punt noemen wat het totaalcijfer van de criminaliteit in Breda betreft. Dat was in 1976 4.585 en tot 1 november van dit jaar bedraagt het ruim 3.400. Als je die lijn van 1977 doortrekt zouden er het klinkt wat merk waardig 700 bij moeten komen, willen wij beneden het cijfer van 1976 blijven. Ik hoop dat de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1618