24 NOVEMBER 1977. 1623 (Middag) De heer VAN DONGEN: Weet de wethouder zeker dat hij de getallen niet verwisselt? Wethouder BROEDERS: Neen, dat weet ik niet ze ker De heer VAN DONGEN: Ik bedoel dat hetgeen vol gens hem door de gemeente wordt betaald, misschien juist door het rijk wordt betaald. Ik hoop dat de krant dat nu eens opneemt, dan is het vrij duide lijk wat de gemeente wel doet. Wethouder BROEDERS: U kunt het zelf in de sectornota vinden. Ik weet zeker dat het rijk in verhouding veel minder betaalt dan wijOp de ge meentebegroting kunt u de post terugvinden die wij als gemeente aan de schooladvies- en -begeleidings dienst betalen. Als u echter vraagt of ik het ze ker weet zou ik het allemaal nog eens moeten nakij ken, want er kan best een cijfer verkeerd zijn. De essentie van mijn betoog is echter juist. De heer EISSENS: Niet het voorste cijfer! Wethouder BROEDERSNeehet zou aan de achter kant gebeurd kunnen zijn. Als mevrouw Paulussen de indruk heeft dat het misschien wat gemakkelijk voor de wethouder was om dit zo te vertellen, heb ik de indruk dat dit werk van het college ook op een erg gemakkelijke wijze is beoordeeld. De sectorbeleidsnota en de meerjarenbegroting. De heer Crul zegt dat enorm veel goed werk door de ambtenaren is verricht. Ik moet zeggen dat ook de bestuurders er heel actief mee bezig zijn geweest. Uitwerking en opbouw hebben van de bestuurders nog al wat tijd gevergd en ik dacht dat dit iets was waar wij het nu eens heerlijk in de raad over eens konden zijn. Welk verwijt hebben wij in de afgelo pen periode namelijk altijd van de kant van de P.v.d.A.-P.P.R. te horen gekregen? Dat wij vooruit moesten denken, dat wij duidelijkheid en inzicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1623