1628 24 NOVEMBER 1977. (Middag) toch, zo gaat dat niet! De heer TEN WOLDE: Ik had deze conclusie niet getrokken als de heer Van Dun wat donkerder haar had gehad. De VOORZITTER: Bemoeit u zich daar maar niet verder mee. Wethouder BROEDERS: Ik heb er eergisteren niet bij gezegd dat je zelfs bij de ouderen nog energieke wethouders hebt! Ik heb altijd de hoop gehad dat wij het met de gehele raad nog eens fijn over dat grote punt eens zouden zijn en dat de P.v.d.A./P.P.R.-fractie ook merkt dat haar voorstellen niet belachelijk worden gemaakt, maar dat zij serieus worden geno men, dat er hard aan wordt gewerkt en dat het nog tot resultaat leidt ook. Het is een beetje teleur stellend dat dit niet zo is. Wat de heer Ten Wolde betreft kan ik kort zijn. In de meerjarenbegroting kun je de doorwer king terugvinden van de initiatieven, die in een bepaald jaar in een begroting worden genomen. De doorwerking naar volgende jaren is echter vaak on voldoende en juist om dat financiële bewakings beeld mogelijk te maken een punt dat de heer Crul ook belangrijk vindt betekent de weg van de meerjarenbegroting een duidelijke verbetering. Ik denk dat wij nog eens op de gehele reserve positie moeten terugkomen. Ik stel mij voor de saldi-reserves, de budget-egalisatiefondsen die ook een soort saldi-reserves zijn -- en de algeme ne reserve in een totaalbeeld aan u te presenteren omdat deze reserves naar mijn overtuiging een dui delijke rol spelen bij de beoordeling van begrotin gen etcetera. Daar ben ik het met de heer Ten Wol- de over eens en persoonlijk maar zoals u weet zijn wethouders van financiën altijd aan de voor zichtige kant vind ik dat de reservepositie van Breda inderdaad niet zo sterk is. Ik kom daar nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1628