1630 24 NOVEMBER 1977. (Middag) De heer Houben heeft mij op het hart getrapt door mij uit te maken voor een liberale en conser vatieve geest, die nog steeds liefdadigheid wil en geen belasting. Dit is toch wel verdraaiing van woorden. Wat heb ik dinsdagavond gezegd? Ik was op een gegeven moment bezig mijn zienswijze te ontvouwen op de kant die de verdere ontwikkeling van de maatschappij uit zou moeten gaan. Ik heb toen gezegd dat Christus er al 2000 jaar geleden mee begonnen is en dat het nog vele eeuwen zal ver gen. Ook heb ik toen gezegd dat wij zelf en niet "ze" meer naastenliefde, tegenwoordig me demenselijkheid genoemd, moeten gaan betrachten. Noodgedwongen opgelegde naastenliefde, zoals belas ting voor ontwikkelingshulp, wijzigt onze mentali teit niet. Wij praten ook nu nog steeds over soci ale lasten, waar men zes jaar geleden over begon nen is. De heer OOMEN: Ik meen dat het toch zinnig is wel belasting op te leggen, teneinde met de op die manier verkregen gelden te gaan werken aan een mo gelijke verandering van mentaliteit, om daar ge woon ook tijd voor vrij te maken. De VOORZITTER: Ik denk dat de heer De Raaff het nog eens moet herhalen. Wethouder DE RAAFF: Uit de woorden die ik heb aangehaald moge duidelijk blijken dat ik niet te gen ontwikkelingshulp- of tegen ontwikkelingshulp belasting ben. Ik heb niet over liefdadigheid wat de heer Houben mij in de schoenen schuift maar over naastenliefde en medemenselijkheid ge sproken. Ik denk daarbij zeker niet aan de liefda digheid waar de heer Houben op doelt, in die zin dat je een kleine "fooi" geeft en de situatie ver der laat zoals zij is. De solidariteit van V.R.O. slaat blijkbaar alleen op verre gebieden en niet op mensen in hetzelfde land, laat staan in hetzelf de huis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1630