162 21 MAART 1977 zelfs met de P.P.R. erbij, maakt niet uit of er een bestemmingsplanwijziging moet komen. Zo is het ook nog eens een keer' De heer KAARSEMAKER: Dat heb ik ook niet ge zegd! Wethouder VAN DUN: Nee, maar dan begrijpen we elkaar heel erg goed! Als er onverhoopt wèl een bestemmingsplanwij ziging moet komen ik neem aan dat de vraag van de heer Oomen daarop betrekking heeft wordt de normale procedure gevolgd. In eerste termijn heb ik al gezegd dat wij alle prudentie in acht zullen nemen voordat wij een eventuele bouwvergunning verlenen. De procedure voor een bestemmingsplan wijziging houdt naar mijn mening niet in dat aan de bezwaren tegemoet wordt gekomen, aangezien de essentie van het geheel is dat het crematorium op de begraafplaats Zuylen zal worden gebouwd. Bij een procedure tot wijziging van het bestemmings plan ontstaat er voor de bezwaarden een nieuwe situatie, waarbij zij, zoals vanavond door de voorzitter van de federatie van fracties P.v.d.A./ P.P.R. bij een ander voorstel uitgebreid is ge schetst, in allerlei instanties stappen kunnen ondernemen. Tot slot nog iets aan het adres van de heer Kaarsemaker. Als de Stichting hem mededeelt dat zij tien jaar lang met bepaalde gedachten heeft gespeeld, is dat voor rekening van de Stichting. Mijn contact met het stichtingsbestuur over dit plan dateert van oktober 1976. Er is aangedrongen op spoed en ik ben van mening dat wijwanneer een particulier zich in het kader van het algemeen be lang tot de gemeente wendt en daarbij aantoont dat er haast is, binnen de marges van het ordentelijke die haast moeten betrachten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouder besloten, onder aantekening dat de heren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 162