24 NOVEMBER 1977. 1635
(Middag)
vanuit de gevoelens van de betrokkenen moet bezien.
In de brief staat uitdrukkelijk dat heb ik ook
geciteerd dat die mensen zich gefrustreerd voe
len. Ik zou de wethouder dan ook willen verzoeken
daar overheen te kijken en deze slepende zaak niet
te laten frusteren door dergelijke formeel mis
schien wel begrijpelijke dingen, die niet in het
belang zijn van een goede relatie tussen het stads
bestuur en zijn eigen huurders.
Wethouder VAN DUN: Mijn rug is erg breed, mijn
uithoudingsvermogen is erg groot, mijn goede wil
is tomeloos; als u continu begrip voor de bewoners
ook van de Gerardus Majellawijk vraagt hebt
u groot gelijk, maar daarmee houdt het niet op. Op
een gegeven moment mag je best eens de punten op
de i zetten. Als ik de bereidheid heb om met eigen
initiatieven naar u toe te komen, moet u dat ge
sprek ook niet op voorhand frustreren. Dat is geen
kwestie van zich ellendig of in de nek gepakt voe
len, helemaal niet; ik vind echter dat je in dit
soort contacten ook een stukje gezond menselijk
verkeer mag inbouwen. Daar kunnen wij allebei van
leren; niet dat ik de Gerardus Majella er iets bij
moet leren, maar ik vind toch dat de zaken op de
juiste manier moeten worden afgehandeld. De heer
Houben onderlijnt dan heel zwaar dat in mijn porte
feuille de relatie burger-bestuur zou worden ge
frustreerd. Ik weet niet of hij het hele college-
besluit goed heeft overgeschreven want hij
schrijft nogal veel maar als hij dat heeft ge
daan moet hij toch nog eens het origineel pakken.
Ik kan ook stiekem een fotokopie voor hem laten
maken. Hij zal dan ongetwijfeld aan de achterkant
van dat collegebesluit zien dat het college het
ambtelijk advies niet heeft gevolgd. Het college
heeft gezegd: wij zijn niet boos op opbouwwerkers,
neen, laten wij nu het initiatief nemen oin de op
bouwwerkers uit Breda uit te nodigen. Zij maken
namelijk met ons en met de bevolking de participa
tie in een proces, dat bij ons grote bezorgdheid