1638 24 NOVEMBER 1977.
(Middag)
langdurige discussies die wij met de bewoners moe
ten voeren voordat wij een duidelijk inzicht heb
ben in hetgeen zij willen en wij kunnen.
De heren Van Duijl en Houben hebben over het
toewijzingsbeleid gesproken. Ik kan daar gewoon
niet duidelijk over zijn omdat de discussies daar
over in het college nog niet zijn afgerond. Ik heb
in mijn algemene beschouwing gezegd dat er, waar
wij in een spanningsveld leven van overloop en op
vang van eigen bevolking, duidelijke afspraken moe
ten worden gemaakt en dat wij tot een beheersstruc
tuur zullen moeten komen om dit probleem in de hand
te houden. Tussen een toewijzingsbeleid van 0
en van 100 ligt nog een scala van mogelijkheden.
Mijn mening is dat wij die beheersstructuur in de
Haagse Beemden ook in de vrije sector zullen moe
ten realiseren, maar vraagt u mij niet te reageren
en te zeggen hoe wij dat met z'n allen moeten doen.
De heer Van Duijl heeft geconstateerd dat het
antwoord ten aanzien van de zuidelijke rondweg on
voldoende is. Ik betreur dat in hoge mate, want
wij dachten dat wij er nogal wat aan gedaan hadden.
Wij zijn ook niet te beroerd om op het moment, dat
er inderdaad beleidsveranderingen in persoon of
wellicht programma te constateren zijn op rijksni
veau waardoor openingen voor de zuidelijke rondweg
en de militaire terreinen zouden ontstaan, stappen
te ondernemen om te bezien wat redelijkerwijs haal
baar is. De motie van de heer Veelenturf wachten
wij met bijzonder grote spanning af.
Dan een aantal opmerkingen van de heer Ten
Wolde. Mijn haren zijn grijs, maar ik heb er meer
dan collega Van Graafeiland; dat moet u ook in de
gaten houdenI De binnenstad. Ik hoop dat ik de heer
Ten Wolde goed begrijp als hij zegt dat het struc
tuurplan voor de binnenstad en de bedoelingen daar
omheen niet alleen de bouwkundige invulling mogen
betreffen, maar dat daar bijvoorbeeld ook cultuur
en economische zaken bij zouden moeten worden be
trokken. Dat doen wij juist! Als u weet uit welke
lagen multi-disciplinair rekening houdend met