1640 24 NOVEMBER 1977.
(Middag)
indicaties uit die hoek kunnen opborrelen. Dat
heeft niet alleen met eigen waarneming te maken,
want de praktijk van het bouwen in Nederland kan
er natuurlijk ook bij worden betrokken.
Ik ben ingegaan op een paar belangrijke kwes
ties die in deze portefeuille spelen. Ik blijf
moeilijkheden hebben en ik hoop dat hij mij dat
niet kwalijk neemt met de heer Houben, ondanks
de indruk die hij in tweede instantie wekte dat
hij over een drempel wilde klauteren; dat heb ik
misschien verkeerd begrepen. Ik hoop dat de opvat
tingen van beide kanten duidelijk overkomen, want
dat is communiceren met elkaar waarop ook de heer
Crul doelt. Wij moeten niet proberen eikaars woor
den uit het verband te rukken en daar nieuwe dog
ma' s onder te steken, waardoor wij echt met elkaar
in moeilijkheden komen. Ik wil het hierbij laten.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Mevrouw Paulussen
heeft met betrekking tot de sector jeugd, sport en
recreatie twee opmerkingen gemaakt. In de eerste
plaats heeft zij gezegd dat op het gebied van de
recreatiesport weinig kan gebeuren zolang de nota
van het N.W.I.T. er niet is. Ik geloof dat zij
daar geen gelijk in heeft; nota's zijn natuurlijk
vreselijk belangrijk, maar je hoeft er niet op te
gaan zitten wachten met het nemen van concrete maat
regelen. Zij weet ook dat de recreatiesport bij de
behandeling van de nota Nopens Sport deel uitmaakt
van die sector. Dat die nota wat langer uitblijft
dan wij hadden verwacht is overigens niet te wij
ten aan het gemeentelijk apparaat, maar aan het
N.W.I.T. dat de nota tot nu toe niet zelf op de
markt heeft kunnen brengen. Er is een jeugdnota
van 1968 en die is dus oud, maar het leek ons ver
standiger eerst verschillende punten aan te pakken
die in de vorige periode nog helemaal niet van een
beleidsvisie van het college waren voorzien, van
daar dat wij een bepaalde prioriteit hebben toege
kend aan het creëren van beleidsnota's, ook op an
dere vlakken. Ik kan mevrouw Paulussen echter ver-