166
21 MAART 1977
studie echter wel een tikkeltje overbodig. Ik denk
trouwens dat men zichzelf op deze manier in moei
lijkheden brengt, want wat gaat er gebeuren wan
neer enige raadsleden, die op dit gebied niet des
kundig zijn, tot heel andere conclusies komen dan
een college waar leden uit dezelfde fractie in
zitten en dat op een deskundige ambtelijke advies
groep steunt?
Voor de V.V.D. ligt het naar wij in de commis
sie hebben begrepen een beetje anders. De V.V.D.
vindt dat er voor een JAC wel plaats is maar voor
dit JAC niet. Zij aanvaardt als wij het goed heb
ben begrepen, een eventueel gefaseerd overlijden
van dit JAC.
Het is een moeilijke situatie waarin we nu
verzeild zijn geraakt. Ambtelijk is duidelijk dat
het JAC voldoende hulpverlening biedt en dat er
aan die hulpverlening behoefte bestaat. Inmiddels
is óók zeer duidelijk geworden dat om politieke
redenen die hulpverlening geen constante, stevige
basis zal krijgen en niet althans niet op dit
ogenblik met de benodigde bemanning zal kunnen
worden uitgevoerd. Het is zeker niet om zakelijke
redenen dat de hulpverlening door het JAC op dit
ogenblik op de tocht is komen te staan en dat wel
licht op de langere duur het bestaan van het JAC
onzeker zal worden. Ik zou twee politieke redenen
willen noemen.
De eerste is dat dit college de verhoudingen
in de raad zó inschat, dat het, wanneer er een
seintje uit de "regeringsfracties" komt, een voor
stel niet indient, ook al is er voldoende steun
voor. Dit berust op een politieke beslissing van
een college dat de manier waarop het wil besturen
op een bepaalde manier beoordeelt.
Een tweede punt is dat de politieke wil van
het JAC om aan structurele zaken een grotere aan
dacht te geven dan op dit ogenblik mogelijk is
die wil is overigens iets anders dan het functio
neren van het JAC bij de fracties van C.D.A. en
V.V.D. niet goed valt. Ik zou die fracties willen