1678 24 NOVEMBER 1977 (Avond) die te dien aanzien in de eerste linie staan. Ik vind het bijzonder plezierig dat wij er op een zeer sympathieke wijze in zijn geslaagd in de wijk zelf een "centrum" te kunnen huren dat als uit gangspunt voor de start en de begeleiding van de activiteiten kan dienen. Ook vind ik het bijzonder plezierig dat we uit reacties in het bijzonder tijdens vergaderingen die met de wijkbewoners wor den gehouden bemerken dat het probleem alle aandacht heeft. Overigens moet men er begrip voor hebben dat weliswaar voor bepaalde categorieën in de wijk het probleem duidelijk is men ziet wat we gaan doen en op welke manier maar dat het proces van informatieverstrekking aan de wat min der betrokkenen in de wijk, aan de mensen die er wat verder van af 'staan, nog een factor is die ook in tijd ons blijft bezighouden. Het lijkt mij niet gewenst functie en rol van de opbouwwerkers in het renovatieproces in deze discussie centraal te stellen. Ik hoop dat mevrouw Van Rooij akkoord gaat met de mededeling die ik reeds heb gedaan, namelijk dat van ons een initia tief zal uitgaan, volgende week, om de opbouwwer kers in de discussie te betrekken. Evenals wij, maar ook evenals de bewoners, staan de opbouwwer kers op een vitale plaats in het hele proces van renovatie en dus van stadsvernieuwing. Het doel van de discussie met de opbouwwerkers zal niet zijn uit te vinden hoe we elkaar van dienst kunnen zijn of te voorkomen dat we elkaar voor de voeten lopen; in het belang van de bewoners dienen we eikaars 'rol en taak te bespreken. Mevrouw Van Rooij heeft in dit verband ge vraagd of de leden van de commissie openbare wer ken bij dit gesprek aanwezig mogen zijn. Spontaan reagerend, kan ik daarover het volgende zeggen. Ad hoc word je, als je iets gaat doen, wel eens door een deel van de commissie begeleid. We moeten dat niet gaan structureren in die zin dat het een com missievergadering wordt, maar als de leden van de commissie openbare werken het op prijs stellen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1678