24 NOVEMBER 1977 1687 (Avond) het heeft in ieder geval meer dan aandacht, want het is in technische zin praktisch rond. De verkoop van bestaande panden in de Haagse Beemden is emotioneel, zakelijk en bestuurlijk een moeilijk probleem. Er is een lijst verspreid van panden, die naar onze mening in het kader van de planontwikkeling kunnen worden verkocht. Ik word geconfronteerd met het gegeven van oude be woners van die panden die met onteigening te ma ken hebben gehad of anderszins hun pand aan de gemeente hebben verkocht. Zij vragen zich af of zij bij een publieke verkoping het voorkeursrecht hebben. Dat is een probleem waar we niet helemaal uit zijn, maar ik geloof dat de heer Goos en zijn fractie begrip voor het volgende moeten hebben: we willen en kunnen straks wel publiek verkopen, maar ik vind dat de publieke verkoop van de pan den zich zal moeten verhouden tot de beheerspro- blematiek in het kader van het mogelijk te voeren toewijzingsbeleid in de Haagse Beemden. Naar mijn mening moeten we bekijken of de hoogst biedende uit Rotterdam net zo belangrijk is als de iets minder biedende uit het Bredase. Hangende dit vraagstuk, hebben we om deze reden het voorstel nog niet. De heer TEN WOLDEAls de wethouder maar niet gaat toewijzen, maar gaat verkopen aan dege ne die er het meeste recht op heeft. Wethouder VAN DUN: Die toezegging kunt u van mij onmiddellijk krijgen. De heer OOMENEn welk recht dan? De heer TEN WOLDE: Dat zullen we in de raad goed gaan afhandelen, dat is ons wel toevertrouwd Wethouder VAN DUN: Op het punt van de ruil verkaveling, waarover de heer Goos opmerkingen heeft gemaakt, begrijpen de heer Ten Wolde en ik elkaar naar ik meen volkomen. In feite is het ge bruiken van het woord "ruilverkaveling" op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1687