1694 24 NOVEMBER 1977 (Avond) Daar heeft dit onderwerp zorg en aandacht gekregen en hoe dat is uitgepakt, lijkt mij op dit ogenblik niet relevant. Persoonlijk ben ik er tegen dat er voor allerlei specifieke situaties klachtencommis sies zijn. Overigens moet ik erop wijzen dat de eenvoudigste klachtencommissie nog altijd op toe stel 2115 hier in het stadhuis zit! Die "klachten commissie" is altijd bereikbaar en ook het ambte lijk apparaat is ter zake aanspreekbaar. Ook kan men zich tot de raad wenden en de raadscommissie ruimtelijke ordening zal haar eigen bevoegdheid niet ontkennen: zij heeft het recht vóór de aan vang van een vergadering met burgers te praten. Ik kan mij wel voorstellen hoe men ertoe is gekomen op de instelling van een klachtencommissie aan te dringen, maar ik zie niet in dat er apart voor de overigens wèl belangrijke problematiek zo'n com missie moet komen. Het is niet mijn bedoeling een grofheid in de richting van de raad te begaan als ik zeg dat ik op dit ogenblik niet meer op alternatieve voor stellen met betrekking tot het groot onderhoud in ga. De raad heeft bij de behandeling van de nota groot onderhoud ter zake een besluit genomen. Ik wil daar bij blijven en we gaan nu niet wéér pra ten over het zonder huurverhoging verwijderen van beerputten en aanleggen van riolering. Kennelijk bestaan daarover verschillende opvattingen, maar de besluitvorming is tot stand gekomen. Vastgesteld is dat de relatie tussen de verwijdering van beer putten en huurverhoging ad hoe zal worden bekeken, terwijl de verbetering van elektrische installaties in ieder geval tot huurverhoging zal leiden. Daar toe hebben we besloten en ik geloof dat we er niet binnen een maand op terug moeten komen. Het verheugt mij dat mijn oud-fractievoorzit ter de heer Van Loon in het kader van het beleid voor de kansarmen wordt geciteerd. Hij en anderen, ook buiten de Partij van de Arbeid en de P.P.R. hebben zich juist voor het inhalen van achterstand situaties ingezet. Het kan allemaal niet tegelijk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1694