24 NOVEMBER 1977 1699 (Avond) werkt. Dit betekent tegelijkertijd echter dat de situatie moeilijk te doorbreken is bij het uit brengen van ad-hoc-adviezen. Ik heb met het pro jectteam Hoge Vucht de afspraak gemaakt dat die bereidheid voor urgente zaken bestaat, mits het college de urgentie aangeeft; ik vind dat men daar recht op heeft. In die combinatie zitten we en ik moet zeg gen dat we het niet altijd met elkaar eens zijn over de mate van urgentie van een bepaald project. Overigens ben ik van mening dat wij op korte ter mijn duidelijkheid moeten hebben over de stede- bouwkundige invulling van een aantal dingen in de Hoge Vucht. Bekend is dat dit weliswaar als een stok achter de deur moet worden gezienmaar niet als chantage op het projectteam. Wij verinteres ten per maand in de Hoge Vucht door braakliggende grond 30.000,en dat zien we straks echt in de grondpool! Ik vind dat dit werkelijk een indi catie moet zijn en ik geloof dat dat overkomt om zo spoedig mogelijk uit de stedebouwkundige problematiek te komenvooral ten aanzien van de randbebouwing van de Hoge Vucht. Er is nog een andere afspraak gemaakt. Het projectteam heeft het college gevraagd: "voordat wij nu beginnen en straks met u in confrontatie komen, wil ons uw uitgangspunten geven waaruit blijkt wat er bijvoorbeeld rond de centrumbebou wing in de Hoge Vucht kan, mag en moet". Ik ben blij met dit verzoek, want hier steekt men elkaar de hand toe om pragmatisch te werken. Wij zullen de gevraagde uitgangspunten op korte termijn aan het projectteam doen toekomen, opdat zij ter dis cussie kunnen staan. De "motie-Westerterp" waardeer ik positief. Zoals is medegedeeld zal er aan het eind van de begrotingsbehandeling een beslissing over worden genomen. Ik kan op voorhand zeggen dat het colle ge met de motie geen moeite heeft. Ook ik vind: als de heer Westerterp in staat is terwille van de Schiphollijn in een gemeenteraad te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1699