1700 verschijnen 24 NOVEMBER 1977 (Avond) De heer HOUBEN: Ik denk dat de wethouder de motie niet goed heeft gelezen. Er is ook nog spra ke van een andere minister, namelijk minister Vorrink Wethouder VAN DUN: Dat weet ik, maar ik was nog niet klaar, want ik sprak over de heer Wester terp en de Schiphollijn, waarbij minister Vorrink naar mijn beste weten niet op dezelfde manier als de heer Westerterp betrokken is geweest. In ieder geval heb ik gezegd dat wij tegen de motie geen bezwaar hebben. Ik teken daarbij aan dat een en ander op de manier in zijn werk zal moeten gaan die naar ik meen door de heer Ten Wolde is aange geven. Wij zullen zorgen voor een evenwichtige, in dringende documentatie en motivatie en we zullen de dingen op een rij zetten, zodat de bewindslie den, als zij ingaan op de uitnodiging die de raad lanceert, tezamen met ons weten waar we over pra ten. Ik wil graag toezeggen dat wij die gedrags lijn zullen volgen. Er is in Breda ook nog iets anders te doen, waarbij ik in het bijzonder aan het verkeerscircu latieplan denk, Ginneken en Princenhage: dat zijn de punten waar we onmiddellijk na 20 februari naar buiten ook over zullen beginnen. Er is enig mis verstand geweest over de verkeerscirculatie in Princenhage. Aan ingewijden is naar ik meen al enigs zins bekend hoe de gang van zaken te dien aanzien is, en voor degenen die dat niet zijn, kan ik me dedelen dat wij in een positief, vreselijk opbou wend gesprek zijn met de verkeerscommissie uit de contactcommissie Princenhage; op een heel construc tieve manier worden er allerlei dingen geregeld. Ook Ginneken zal na 20 februari de hoogste urgen tie hebben. Wij zijn bezig met een inventarisatie van de verkeersproblematiek in Ginneken. Deze in ventarisatie wordt binnenkort afgesloten en het is onze bedoeling haar zo snel mogelijk na 20 febru ari aan de bevolking van Ginneken aan te bieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1700