21 MAART 1977
169
vertegenwoordigers van het JAC. Hieruit is geble-
L- ken dat de situatie rond het JAC bijzonder ondui
delijk is en wij bedoelen dan dat wij niet weten
m&m waar wij met het JAC in Breda aan toe zijn. Wij
hebben begrepen dat die onduidelijkheid ook voor
jk het college bestaat, getuige het feit dat het col
lege zijn eerder aan de raad gedane voorstel heeft
It ingetrokken en thans met een tussenvoorstel is ge-
c_ komen. Onze fractie gaat na een grondig afwegen
van de voor- en nadelen in haar geheel met het
collegevoorstel mee.
en Wij willen evenwel nog ingaan op enkele facet
ten die te maken hebben met het opschorten van een
definitief besluit over voortzetting, stopzetting
dan wel uitbreiding van de subsidieverlening aan
ge het JAC in Breda. In de eerste plaats willen wij
n stellen daarover is binnen onze fractie nooit
onduidelijkheid geweest dat de V.V.D. er een
et voorstander van is dat aan jongeren en jong vol
wassenen die individueel in een noodsituatie ver-
t. keren hulp wordt verleend. Een dergelijk instituut
van hulpverlening dient dan ook te worden gesubsi-
nq dieerd en of dit op een traditionele dan wel al
ternatieve wijze gebeurt speelt voor ons een min-
der belangrijke rol. In het verleden en ook in de
laatste commissievergadering waar over het JAC
werd gesproken hebben wij daarover nimmer enig
misverstand laten bestaan.
Een facet waarop ik nu in het kort wil ingaan
is het volgende: duidelijkheid omtrent het functi
oneren van het JAC. De V.V.D.-fractie meent nu
eindelijk eens van het college duidelijkheid te
mogen verwachten omtrent de vraag of het JAC-Breda
al of niet goed functioneert. Met andere woorden:
is het verantwoord het JAC nog langer te subsidië
ren of niet? Een en ander wordt het best aangege-
n"" ven met het feit dat de experimentele periode al
driemaal is verlengd. Ook in uw ogen heeft het JAC
zich nog steeds niet voldoende waargemaakt. Hoewel
n~ er nu al sprake is van vijf jaar experimenteren
stelt het college wederom een verlenging voor. Is