1702 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
afblijven, ze moeten bereid zijn op de fiets hun
hand uit te steken als ze de hoek omslaan, ze moe
ten niet zo beroerd zijn om hun asbakje uit de
auto bij een verkeerslicht te legen en ze moeten
niet door het rode licht rijden. Daar helpen geen
tweehonderd politieagenten aanwant we zouden op
elke straathoek een agent moeten neerzetten. Het
enige middel is steeds een beroep op de Bredase
bevolking te blijven doen. Ik moet constateren dat
de situatie op dit punt niet best is.
De heer Paquaij heeft erop gewezen dat de
B.B.A. in onze stad in hoge mate op rijksfinancie
ring drijft. Hij heeft de financiering uit de al
gemene middelen gesignaleerd en de vraag gesteld
of wij niet iets meer met de gang van zaken te ma
ken zouden mogen hebben. Nu meen ik dat wij dienen
te beseffen dat de B.B.A. altijd nog een N.V.-
structuur heeft, hetgeen ons beperkingen oplegt.
Het inzicht van de kant van de gemeente in de
B.B.A. is optimaal, het beperkt zich misschien al
leen te veel tot de communicatie tussen het colle
ge en de B.B.A. Het lijkt mij goed dat deze vraag
aan de orde komt, als de directie van de B.B.A.
en dat staat op de rol de gast is van de
commissie ruimtelijke ordening en als taak en
functie van het openbaar vervoer, alsmede de onder
linge afstemming, daar onderwerp van bespreking
vormen
Dat er een nieuwe taxiverordening komt, is
duidelijk. De problematiek is niet zo groot, want
er is een modelverordening van de V.N.G. die door
bijna 90% van de betrokken gemeenten is overge
schreven. Uiteraard zal in dit verband overleg
worden gepleegd met de ondernemers en de vakbonden
uit het taxiwezen. De mensen van het taxibedrijf
en wij hebben elkaar vaak ter bespreking van ande^
re punten ontmoet: ik ben onmiddellijk bereid met
hen ook over de nieuwe verordening te praten. Ik
ga echter niet mee met de heer Paquaij als hij
zegt "pas op dat onze fiere stad Breda niet bank
roet gaat". Ik ben blij om de aanduiding "fiere