24 NOVEMBER 1977 1705
(Avond)
belangen in het oog zullen houden.
Sprekend over stadsvernieuwing, heeft de heer
Van Asseldonk op voorzichtigheid met kaalslag aan
gedrongen. Die les hebben we inderdaad geleerd.
Men heeft mij meermalen in de raad horen zeggen,
dat, zonder iemand te kort te doen....
De heer VAN ASSELDONK: Ik heb niet over voor
zichtigheid met kaalslag gesproken. Ik heb juist
gezegd dat er voor kaalslag een grote angst is ge
rezen. Je vraagt je, gezien de problematiek in de
diverse wijken, af of kaalslag met gelijktijdige
herbouw niet weer in overweging zou moeten worden
genomen
Wethouder VAN DUN: Het probleem heeft twee
aspecten en ik heb de bedoeling van de heer Van
Asseldonk begrepen. In de eerste plaats moet ten
aanzien van het ogenblik waarop tot kaalslag wordt
overgegaan voorzichtigheid worden betracht. Aan de
andere kant kan ik de heer Van Asseldonk gelijk
geven, hoewel dit een zeer kwetsbaar punt is. Zo
juist heb ik al de persoonlijke opmerking gemaakt
dat het beter zou zijn geweest als we ten aanzien
van de Gerardus Majellawijk indertijd een ander
besluit hadden kunnen nemen. Kaalslag is niet vies,
evenmin als het rooien van bomen per definitie
vies is.
In verband met de vragen over de taxi-situatie
heb ik tussen zes of zeven nog even contact met de
deskundigen gehad. Met afgevaardigden van de taxi
chauffeurs heb ik een gesprek gehad over de toe
gankelijkheid van het voetgangersdomein en het ge
bruik maken van de busbaan. Volgens mijn techni
sche informatie is onder bepaalde voorwaarden het
rijden in het voetgangersdomein in principe moge
lijk, maar de politie en de dienst van openbare
werken staan er niet over te juichen, want de ver
keersveiligheid wil ook wat, evenals de beleving
van het voetgangersdomein. Ik zeg toe dat ik vóór
20 februari dus vóór de behandeling van de bin
nenstad in de raad nogmaals een gesprek met de