1710 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
gegeven, volledig op tegen. We hebben de afspraak
dat men wordt geïnformeerd en ik ga niet toezeg
gen dat in elke situatie inspraak in de in de mo
tie bedoelde zin plaatsvindt. Ik kan dat gewoon
niet maken.
In punt 3 van de motie staat "een zodanig be
heer van de gereconstrueerde groengebieden dat
door de bewoners gewenste gebruiksfunctie blijvend
kan worden gerealiseerd". Dit is in het kader van
de inspraak een opmerking die ik niet waar kan ma
ken.
De realiteitszin gebiedt mij te zeggen dat
het college niet achter de motie staat. Ik dank u.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Er ligt nog
een motie
Wethouder VAN DUN: In de motie van mevrouw
Muntjewerff en anderen is sprake van de problema
tiek van de een- en tweepersoonshuishoudens en de
woonsituatie van werkende jongeren en studerenden.
Deze motie is naar mijn mening volstrekt overbo
dig. "Door aankoop, verbouw en verhuur van panden"
wordt reeds in de bedoelde richting gewerkt. Op
het gebied van "het stichten van specifieke woon
gebouwen voor jongeren" en "het splitsen van be
staande flats" worden eveneens activiteiten onder
nomen, onder meer in de vorm van gesprekken met de
woningbouwverenigingen
Naar mijn mening is de motie enerzijds eniger
mate overbodig, anderzijds enigermate gevaarlijk,
omdat zij vooruitloopt op een situatie die nog in
bespreking is. Als we een uitspraak over het stich
ten van specifieke woongebouwen voor jongeren doen,
moeten we tegelijkertijd aangeven hoe tot derge
lijke woongebouwen moet worden gekomen en voor
welke beheersvorm moet worden gekozen. Weliswaar
heeft mevrouw Muntjewerff daarover enige gedachten
ontvouwd, maar ik durf mij daar op dit ogenblik
niet over uit te spreken, omdat naar mijn mening
eerst de gesprekken ter zake met de woningbouwve
renigingen moeten zijn afgerond. Met een deel van