170
21 MAART 1977
dit eigenlijk geen onzinnige en weinig verantwoor
de situatie? Het is onze opvatting dat het college
in het definitieve voorstel dat het voornemens is
in juli of augustus in de raad te brengen zijn
standpunt definitief dient te bepalen. Als het
college vindt dat het JAC niet voldoende of op on
juiste wijze functioneert dient het de politieke
moed te hebben verdere subsidiëring stop te zetten.
Als echter het tegendeel blijkt zullen er defini
tieve subsidietoezeggingen moeten worden gedaan.
Het feit dat onze fractie nu met uw voorstel mee
gaat, heeft louter te maken met de huidige situa
tie waarin het college zich bevindt, want door de
twee commissies werd gezamenlijk negatief op het
oorspronkelijke voorstel gereageerd. Wij willen
het college de gelegenheid geven zich op de nieuwe
situatie te bezinnen, al tekenen wij hier wel bij
aan dat wij een bedenktijd van vier a vijf maanden
erg lang vinden. Wij hadden dan ook liever gezien
dat het college over één of twee maanden met het
definitieve voorstel bij de raad zou zijn gekomen.
Het tweede aspect waarop ik wil ingaan is de
taakstelling van het JAC. Ten aanzien van de doel
stelling bestaat er grote verwarring. Ik bedoel
dan niet dat er geen duidelijkheid bij het college,
bij het JAC zelf of bij de politieke partijen in
deze raad is, maar dat er verwarring is omdat er
grote verschillen van opvatting zijn. Onze fractie
is het eens met de opvatting van het college, die
inhoudt dat het JAC zich in de allereerste plaats
moet bezighouden met directe hulpverlening aan
jongeren die in een psychische en/of sociale nood
situatie verkeren. Wij zijn het eveneens met het
college eens dat er in tweede instantie en voorts-
vloeiend uit de allereerste taak aan het min of
meer structureel opheffen van maatschappelijke
oorzaken van de problemen kan worden gewerkt. Wij
hebben echter begrepen dat het JAC zelf alsmede
de linkse fracties in deze raad duidelijk andere
opvattingen hebben. Het belangrijkste verschil zit
in het uitgangspunt zoals dat onder andere was en