24 NOVEMBER 1977 1713 (Avond) geval benieuwd hoe lang de wethouder zijn stand punt in het kader van de wet kan volhouden. De tijd zal dat wel leren. Het vraagstuk van de een- en tweepersoons huishoudens is kwantitatief gezien niet op te los sen met alleen verbouw van panden. Er moet wel de gelijk ook aandacht aan de andere mogelijkheden worden besteed. Alle drie de in mijn motie genoem de mogelijkheden zijn in overeenstemming met de nota-Van Dam; ik vind dat de raad er voldoende aandacht aan moet besteden De heer VEELENTURF: Ik ben tevreden met het duidelijke antwoord van de wethouder op mijn vra gen. Aanleiding om daarop nader in te gaan heb ik niet, maar ik wil nog wel iets kwijt over de zui delijke rondweg. Mijn fractie is erg gelukkig met de aankondiging dat overeenkomstig het verzoek van de heer Ten Wolde een nota over de problematiek van de zuidelijke rondweg zal verschijnen. Wellicht ten overvloede zou ik willen wijzen op de rijksbe groting voor 1978, waarin een bedrag van 1 mil joen is gereserveerd voor de aankoop van gronden ten behoeve van de aanleg van rijksweg 58. Ondanks de toezeggingen van de minister, inhoudende dat men in 1978 een eerste aanzet zal geven en hoopt in 1982 gereed te zijn, meen ik dat gezien de om vang van de reservering alle vrees gerechtvaardigd is dat het hier een illusoir plan betreft. De Ka mer van Koophandel heeft hier onlangs bij het be trokken ministerie op gewezen. Ik ben blij dat het college nu al te kennen heeft gegeven mijn motie te willen overnemen. Ge zien de toestand in Den Haag wil ik burgemeester en wethouders vragen de motie op het psychologisch juiste ogenblik uit te voeren. De VOORZITTER: Als dat ooit komt.' De heer PAQUAIJIk kan mij voorstellen dat er bij zo'n grote stroom van vragen wel eens een punt over het hoofd wordt gezien. Dat kun je de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1713