1714 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
wethouder niet kwalijk nemen. Op mijn vraag over
het nationaal en internationaal toeristisch ver
keer zou ik zo mogelijk graag nog een kort ant
woord willen hebben.
Wethouder VAN DUN: Waarschijnlijk heb ik daar
geen notitie van gemaakt. Mag ik vragen wat de
heer Paquaij precies heeft gevraagd?
De heer PAQUAIJHet gaat om het invullen van
plaatsen. Ik neem aan dat er in de zomermaanden
ontzettend veel toeristisch verkeer op Breda af
komt. Toeringcars kan men niet kwijt en mijns in
ziens zouden er op dat gebied faciliteiten moeten
worden geboden. Dat is voer Breda van groot belang
De heer BROOIMANSIn de beantwoording van
de wethouder heb ik een onduidelijkheid gesigna
leerd, maar misschien kunnen we er samen uitkomen.
Ik doel hier op de parkeerplaatsen in het Van Sons
beeckpark. De wethouder spreekt over de parkeer
plaatsen van Hei Ei. Als ik over parkeerplaatsen
praat, bedoel ik de toekomstige parkeerplaatsen,
gelegen achter de huizen in de Irenestraat. Giste
ren ben ik in het bezit gesteld van een kopie van
een schrijven van de wethouder van jeugd, sport
en recreatie dat gericht is aan de bewoners van
de Irenestraat, per adres de heer Van Poppel. In
deze brief schrijft de functionele wethouder dat
ten behoeve van de tennissers parkeerplaatsen ach
ter de woningen in het Van Sonsbeeckpark zullen
worden gesitueerd. Wie de situatie ter plekke kent
weet dat daar een afgescheiden gebied is, zuiver
en alleen voor de bezoekers van de tennisbanen.
Daar nu wil ik het over hebben; blijkens medede^
lingen van de directeur van de betrokken dienst,
gedaan in de informatieve bespreking van gister
avond, zullen in dit verband enige bomen dienen te
worden gerooid. Welaan, mag ik vragen of deze
kwestie nog eens in het college kan worden behan
deld? Ik ben namelijk van mening dat deze situatie
onlosmakelijk verbonden is met de reconstructie
van het Van Sonsbeeckpark.