24 NOVEMBER 1977 1715 (Avond) De heer VAN BANNING: Terloops is een postje in de sector openbare werken aan de orde gekomen, namelijk een in de verdere toekomst te verwachten postje van naar ik meen ongeveer 17 tot 20 mil joen, in verband waarmee over een voorbereidings krediet van 50.000,is gesproken. Ik denk dat de wethouder dit punt hier ter sprake heeft willen brengen en ik stel dat zeer op prijs, want hij kent mijn zorg over de inpassing in het budget in de toekomst. In de meerjarenplanning komt de be trokken post nog niet voor en er zal dus duidelijk straks een bezinning noodzakelijk zijn. In de com missie ad hoc is erkend en dat verdient waarde ring dat de dienst van openbare werken onder bijzonder moeilijke omstandigheden moet werken en dat een nieuwe behuizing dringend noodzakelijk is. Toch zal dit object straks in het kader van de be lasting- of legesheffing dan wel in het kader van de prioriteitenstelling in competitie moeten wor den gebracht. Met nadruk wil ik verklaren dat het verstrekken van een voorbereidingskrediet inhoudt dat wij op de termijn die terloops, alsmede in de wandelgangen, wel eens wordt genoemd akkoord zul len gaan met de nieuwbouw voor de dienst openbare werken. We hopen desondanks dat het mogelijk zal zijn een "gat" te vinden om die inpassing mogelijk te maken De heer HOUBEN: Er is iets wat ik betreur, als ik tenminste de wethouder goed heb begrepen maar ik kan het misschien niet altijd goed vatten. Ik heb begrepen maar misschien is dat onjuist dat de fout die ten aanzien van het Van Sons- beeckpark is gemaakt wellicht zal worden doorge zet. Ik heb van de wethouder begrepen dat hij er over zal gaan nadenken of die fout zal worden ge continueerd. Belangrijk is de kwestie van de func tieverandering van het park, met name waar het om de parkeerplaatsen gaat, maar dat heeft de heer Brooimans uitstekend onder woorden gebracht. De achtergrond van ons standpunt wordt gevormd door de functieverandering die bij reconstructies vaak

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1715