1718 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
Laten we geen misverstand laten bestaan over
de kwestie van de huisvesting van de dienst open
bare werken. We weten allen de leden van de
commissie ad hoe hebben dat in het bijzonder erva
ren dat de huidige behuizing van de dienst ge
woon erbarmelijk is. Daar moet verandering in ko
men. Met de heer Ten Wolde, met de heer Van Ban
ning die dat juist heeft gezegd en met de
heer Crul ben ik het eens dat we natuurlijk moeten
kijken of de uitvoering van plannen mogelijk is.
Onder meer om dat te doen moet er op de eerste
plaats een programma van eisen worden opgesteld,
met een vertaling in geld, zodat we weten waar we
over praten. Natuurlijk heeft de heer Van Banning
er gelijk in dat het noemen van een bedrag van
17 a 20 miljoen geen voldoende onderbouwing is
om in de raad beslissingen te kunnen nemen. Op de
tweede plaats moet door de dienst openbare werken
en de afdeling financiën voorverkennend werk wor
den gedaan om uit te vinden wat er financieel mo
gelijk is. Zolang daarover geen gegevens beschik
baar zijn, praat ik niet over nieuwbouw voor de
dienst openbare werken, behalve als de raad mij
daartoe uitdaagt. In het laatste geval ga ik
men zal zich dat kunnen voorstellen heel graag
op de uitdaging in. Ik ben het met de heer Van
Banning eens dat de verstrekking van een voorbe
reidingskrediet ad 50.000,geen groen licht
voor de realisering van het geheel inhoudt. Wij
zijn daar terdege van doordrongen. Ik moet er al
leen op wijzen dat men natuurlijk in het leven van
alledag dat geldt juist voor de mensen die in
de huidige situatie bij de dienst openbare werken
werken het verwachtingspatroon mag hebben dat
de raad, wanneer er een goede dekking wordt ge
vonden, dit probleem sympathiek zal benaderen.
Verder wil ik niet gaan.
Mevrouw Van Rooij heeft nog een opmerking
over het rooien van bomen gemaakt. Men heeft mij
horen zeggen dat het groen in Breda een vreselijk
belangrijk gegeven is, dat we zullen moeten