1720 24 NOVEMBER 1977 (Avond) de motie heb ik enerzijds overbodigheid, ander zijds voortijdigheid gesignaleerd. Ik zou mevrouw Muntjewerff willen vragen ons een plezier te doen en de motie nog even achter de hand te houden. Voor het geval dat zij de motie handhaaft, wordt de aanvaarding ervan aan de raad ontraden. Naar aanleiding van de woorden van de heer Veelenturf kan ik zeggen dat wij een psychologisch juist ogenblik zullen uitkiezen om naar Den Haag te gaan; misschien moeten we ook wel naar Nijmegen maar we zullen wel kijken waar iedereen dan op dat ogenblik is! We zijn ervan overtuigd dat we nog een aantal hobbels moeten nemen. Laten we er ove rigens geen misverstand over laten bestaan: de weg die we tot 1982 het tijdstip waarop de door trekking van rijksweg 58 gereed zou zijn heb ben te gaan, kan zeker niet gemakkelijk worden ge noemd. Afgezien van onze opvatting, die we aan de minister kenbaar hebben gemaakt, dat 1982 een schandalig laat tijdstip is, moet ik erop wijzen dat er nog allerlei hobbels moeten worden genomen, zowel op rijksniveau als op ander niveau. In dit verband wijs ik op de planprocedure die nog door Nieuw-Ginneken zal moeten worden gevolgd om de doortrekking stedebouwkundig in te passen, alsmede op de grondverwerving ter zake. Het zal veel werk kosten om het gehele project onder grote druk voor elkaar te krijgen. Ik hoop dat de uitvoering van de unaniem door de raad onderschreven motie een steentje tot de oplossing van de problematiek zal bijdragen. Inderdaad vormt, zoals de heer Paquaij heeft betoogd, het rekening houden met het toeristisch aspect wat de verkeerssituatie betreft een pro bleem. We hebben vrij grote moeilijkheden onder vonden bij het station, speciaal op het gebied van het parkeren van de bussen. Ik meen maar ik heb het niet met eigen ogen gezien dat daar een op lossing voor is gevonden. We zullen aan dit aspect aandacht moeten blijven besteden. Ik wil het graag nog nader bespreken, zowel in het kader van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1720