24 NOVEMBER 1977 1729
(Avond)
De heer VAN DONGEN: Wat zou Breda zijn zonder
mevrouw Paulussen en de heren Crul en Houben!
De heer MARTENS: Ocherm Breda!
De heer VAN DONGEN: Wat zouden zij moeten
doenpardonmoeten zéggen als er zogenaamd geen
achterstandsituaties meer zouden zijn! Wetend dat
ook zij bewogen wakker liggen van mijvan hun fa
milie, van de staf en van de werkende jongeren van
de Levensschool, van wie zij denken dat deze stak
kers zitten te wachten op de socialistische ideo
logie, moet ik hen teleurstellen: zij zullen niet
veel meer slapen. Ik weet, juist als het over het
onderwerp "jeugd, sport en recreatie" gaat, dat ik
kwetsbaar ben als ik zeg dat ik uitga van een
christelijke inspiratie, en dat ik probeer in de
samenleving door te doen daar gestalte aan te ge
ven, waarbij ik soms slaag. Ik weet ook dat het
socialisme niet per se de garantie is voor het so
ciaal handelen.
Met fanatisme werpen zij zich op als de kam
pioenen, de verdedigers van de zogenaamde "kansar
men". Zij alleen verstaan dezen, zij alleen hebben
contact met hen en het is hier gezegd wij
van het C.D.A. willen wel maar doen niets. Laat me
niet lachen! Het is te triest te ongeloofwaardig,
het is onwaar. Wat zou ik graag met hen uitspreken,
als het gaat over mensen in achterstandsituaties.
Wat zou ik graag de toetsingscriteria vernemen.
Het is misschien wat persoonlijk, maar ik heb er
mee leren leven in deze drie en een half jaar. Ze
zullen het je telkens maar zeggen in de algemene
beschouwingen dat je zwak-sociaal bent, dat je
niet of niet voldoende bent geschoold, dat je niet
of niet voldoende bent gevormd, dat je niet of
niet voldoende bent opgevoed. Ik wil een lans bre
ken daar voel ik mij toe verplicht voor de
buurten en de wijken die hier worden genoemd en
waar achterstandsituaties zouden bestaan. Ik noem
in vogelvlucht: de Vlielandstraat, de Johan de
Wittstraat, de Eksterstraat, de Ottering, de