21 MAART 1977
173
namelijk de verantwoording door de overheid. De
overheid c.q. de gemeenteraad heeft ten aanzien
van de subsidieverlening aan het JAC niet alleen
bevoegdheden maar ook verantwoordelijkheden. Tot
die verantwoordelijkheden behoort ook de verant
woordingsplicht jegens de burgerij met betrekking
tot de uitgave van de overheidsgelden. Die verant
woording geschiedt via het stellen van subsidie
voorwaarden welke in een subsidieregeling zijn
neergelegd. Het behoort tot de taak van het colle
ge te controleren of men zich aan de opgelegde
bepalingen houdt. Uit de ervaringen met het JAC
in Breda is gebleken dat men zich niet aan de ge
stelde voorwaarden wenst te houden. Als het JAC
zich op die wijze blijft opstellen, zullen wij als
raad op grond van onze verantwoordelijkheid tot
stopzetting van de subsidie aan het JAC moeten
besluiten. Indien echter het college besluit de
subsidieverlening te continueren lijkt het mij
uitermate gewenst dat er, als de Vereniging JAC-
Breda deze zorg op zich neemt, te voren garanties
aanwezig zijn dat het JAC zich aan alle gestelde
subsidievoorwaarden zal houden. Tevens moet de
garanties aanwezig zijn dat het JAC de functie van
directe hulpverlening kan waarmaken en zich daar
toe uitsluitend zal beperken.
De heer VAN DONGEN; Het moge merkwaardig
klinken, maar ik was eigenlijk niet van plan in
deze vergadering iets over het JAC te zeggen, dit
om twee redenen. In de eerste plaats moeten wij
maar weer eens praten over jeugdigen die in nood
zijn en in de tweede plaats ik ben het wat dat
betreft met de heer Welschen eens -- zijn er wei
nig instellingen waarover zo veel wordt gepraat.
Misschien wordt het er ook wel naar gemaakt. Ik
schrok even toen ik de tekst op het spandoek las,
zij het niet omdat het doek te klein voor het
plaatsen van een vraagteken is. Ik dacht echter:
Jacques,, wat hebt ge veel aanhangers, want ge
ziet het: ge moet in elk geval blijven.'