24 NOVEMBER 1977 1741 (Avond) ten aanzien van amendement nr. 7 erg positief zou moeten opstellen. Het lijkt mij dat dit amendement in deze raad kans van slagen zou moeten hebben. De VOORZITTER: Aan de orde is het onderdeel economische zaken. De heer VEELENTURF: Vele vellen papier zijn volgeschreven over de werkgelegenheidssituatie in land, stad en regio. Er zijn urenlange vergaderin gen gehouden, maar een figuur die de oplossing biedt voor de problemen waarmee het bedrijfsleven worstelt en waarmee de werknemers worden gecon fronteerd, is naar mijn mening nog niet in zicht. Ik zie zo'n oplossing, alle goede bedoelingen ten spijt, ook in deze raad nog niet zitten. De heer Ten Wolde heeft in zijn algemene be schouwingen opgemerkt dat een heel groot deel van de problematiek van de werkgelegenheid buiten de invloedsfeer van de gemeente ligt. Het komt op een bepaald moment gewoon op je af. De ene keer zijn het goede berichten in ontwikkelingen zoals het vestigen in het verleden van de Suikerunie, de A.B.N. en het computercentrum en onlangs nog van het geldtransportcentrum van de Nederlandsche Bank volgens de pers ligt er misschien een uitbrei ding van de Machinefabriek Breda in het verschiet -de andere keer zijn het zeer negatieve en trieste berichten zoals onlangs nog over de werk gelegenheidssituatie bij de Etna en in het verle den over die bij de Enka. Als er negatieve berich ten zijn, is dat direct in de raad te merken. Er worden dan onmiddellijk vragen gesteld, maar ik vraag mij af wat je nu met het antwoord op derge lijke vragen aan moet. Welke mogelijkheden heeft het college? Welke invloed kan het uitoefenen op de beslissingen die elders worden genomen? Wanneer de beslissingen negatief uitvallen voor Breda, leiden zij direct tot reacties. Wanneer ze posi tief voor Breda doch negatief voor andere gemeen ten uitvallen, worden ze wellicht met instemming begroet. Ik wil hiermee zeggen dat kritiek op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1741