174 21 MAART 1977 Ik heb er verschrikkelijk veel waardering voor dat u dit voorstel vandaag nog op dit late uur wilt behandelen. Hierdoor worden de vele be langstellenden op de tribune en de direct betrok kenen in de gelegenheid gesteld te vernemen wat de verschillende fracties hiervan zeggen. Ik wil de mensen op de tribune nu al danken voor de vele informatie die wij hebben ontvangen en ik doel dan vooral op de 118 reacties waarin is gesteld dat het JAC moet blijven. Ik hoop dat er nog meer reacties zullen komen, want dan zullen er vermoei delijk ook andersluidende bij zijn. De heer Wel- schen sprak terecht over schrikreacties, maar ik denk dan met name aan de zojuist genoemde 118 re acties, waarin schrik met betrekking tot het even tueel verdwijnen van het JAC werd geuit. Voorts deed de heer Welschen het voorkomen alsof er niets aan de hand zou zijn, maar niets is minder waar, want noch wijnoch zijnoch het JAC waren met het vorige preadvies tevreden. Ik denk daarom dat er juist wèl iets aan de hand is. Voor alle dui delijkheid wil ik stellen dat het C.D.A. evenals alle andere fracties in deze raad ervan overtuigd is dat alternatieve hulpverlening aan jeugdigen in nood in Breda noodzakelijk is; daarover kan geen misverstand bestaan. Juist de jeugdigen waar het hier om gaat zijn de meest zwakke en dan lang niet alleen in financiële en intellectuele zin, wat mijns inziens enorm belangrijk is: misschien zal ik daar direct nog op terugkomen. In de ge combineerde commissievergaderingen heb ik iets gezegd dat ik hier wil herhalen. Wij als C.D.A. willen in de context van deze nood geen politiek spel spelen en zeker geen politiek steekspel. Wij willen deze belangrijke kwestie niet plaatsen in het kader van visies die tot een juiste leefbare maatschappij moeten leiden; ga er maar aan staan! Wij zijn daarom blij met dit preadvies. In de krant en ook in de wandelgangen is naar voren ge bracht dat ten tijde van het vorige preadvies het C.D.A. het JAC weg zou willen hebben. Er wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 174