1752 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
daarvan zal uit voorgaande discussies bekend zijn.
Een amendement van deze strekking is dinsdag
j.l. door Christ Crul ingediend.
Chris Crul heeft in zijn algemene beschouwin
gen over de achterstandsituaties gesproken, spe
ciaal in verband met de economie en het werken.
Daarbij is duidelijk het rapport van de weten
schappelijke raad voor het regeringsbeleid betrok
ken. Aan de orde kwamen aspecten als:
- aandacht voor de zwakke bedrijven in de
stad;
- deelname van de overheid aan het economisch
bestel;
- advies uit raad bij bedrijfsleiding.
Deze liepen stuk op een meerderheid in de
raad, onder meer in het Etna-debat. Waarom dat ge
beurde is mij nog steeds niet duidelijk. Voornoemd
rapport gaat ervan uit dat in de toekomst het aan
tal beschikbare arbeidsplaatsen aanzienlijk zal
achterblijven bij de vraag naar werk. Ook neemt
men aan dat de werkgelegenheid in de agrarische
en de industriële sector verder zal teruglopen.
In het bijzonder ten aanzien van de industriële
sector vraagt men zich af of de afstoting van ar
beidsplaatsen in de tertiaire sector kan worden
goedgemaakt. Gezocht zal moeten worden in de rich
ting van niet-produktieve ondersteuningen in de
sfeer van de verzorging, het onderwijs, de cul
tuur etc., etc. Deze sector is voor een groot deel
in handen van de overheid; in de sfeer van de col
lectieve voorzieningen zijn reeds honderdduizenden
werkzaam.
Over de kantorensector is tijdens de algeme
ne beschouwingen al uitvoerig gesproken, zodat ik
er nu nog slechts enkele opmerkingen over wil ma
ken. Inderdaad bieden de bedrijven die hier geves
tigd zijn, werkgelegenheid. Ik moet constateren
dat dit niet. tot uiting komt in de cijfers van de
bij het G.A.B. geregistreerde gegevens. Kan het
college ons gegevens verstrekken waaruit blijkt
wie er vanuit de regio Breda werken en welke