1754 24 NOVEMBER 1977 (Avond) werkgelegenheid wil, ook zal moeten zorgen dat er voor de werknemers goedkope huizen zijn. Het sociaal vestigingsbeleid zijn wij nog niet vergeten! Door ons is er vier jaar lang over gesproken en we blijven erop ingaan. Onze fracties achten een dergelijk beleid gewenst. Als het om de kwaliteit van de arbeid gaat, zal de gemeente, zolang er geen landelijk regeling is, het initia tief moeten kunnen nemen. Werkgelegenheidsbeleid dient niet alleen gericht te zijn op een zo groot mogelijke werkgelegenheid; ook de kwaliteit van de arbeidsplaats is van groot belang. Deze kwali teit is te beïnvloeden door een instrument als een sociaal vestigingsbeleid, waarvan ook de vak beweging een groot voorstander is. Hoe belangrijk zo'n sociaal vestigingsbeleid kan zijn, blijkt uit de resultaten van een N.IPO.-onderzoekin gesteld in opdracht van het ministerie van sociale zaken: nota bene 681 van de mensen heeft liever betere werkomstandigheden dan meer loon. Volgens het Economisch Dagblad van 10 november meent prof. dr. Van de Woestijne dat het probleem ziektever schijnselen te maken heeft met de arbeidsomstan digheden. Voor de vakbeweging zou een sociaal ves tigingsbeleid aanvaardbaar zijn, omdat daarbij het afsluiten van een arbeidsplaatsenovereenkomst mede zou kunnen worden betrokken. Hiermee heb ik voor het college en de meer derheid van de raad naar ik meen redenen genoeg genoemd om zo snel mogelijk tot een sociaal ves tigingsbeleid te komen. Ik kom tot een afsluiting. De heer Crul heeft in zijn algemene beschouwingen onze opvattingen op het economisch werkgebied vastgelegd in een aantal aanbevelingen. Hij heeft gezegd dat een werkgelegenheidsfonds dient te worden gevormd, waarmee de volgende dingen mogelijk kunnen worden gemaakt: - het aantrekken van arbeidsintensieve be drijven; - het nemen van maatregelen om maatschappelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1754