24 NOVEMBER 1977 1757
(Avond)
het beleid van de regering is het tegengaan van de
verstoring van de Nederlandse economie door een
tekort aan werkgelegenheid." Ook lees ik: "Aan de
jeugdwerkloosheid wordt bijzondere aandacht gege
ven omdat het niet hebben van werk en het ontbre
ken van toekomstverwachtingen bij het doen van in
trede in de maatschappij een essentieel tekort be
tekent in het welzijn van de mens." Voorts staat
er in het ontwerp-regeerakkoord"De onderneming
dient niet louter te functioneren als een organi
satie die zich ten doel stelt zo veel mogelijk
winst te maken." De heer Dreef suggereerde in dit
verband iets en ik wijs er bovendien op dat de
winst via de belastingen voor een groot deel aan
de gemeenschap ten goede komt.
Door de heren Van Duijl en Veelenturf is al
aangekondigd dat ik hier vandaag iets zou zeggen.
Die aankondiging is waarschijnlijk ingegeven door
mijn behoefte om als afgevaardigde naar de BRIM
iets over de gang van zaken bij die organisatie
te vertellen. Ik geloof dat het correct is dat
hier te doen. Daarbij kan ik dan zeggen dat niet
alleen in de commissie economische zaken de sfeer
erg prettig is, maar dat je zou het haast niet
geloven.' de heer Dreef ook in de vergaderingen
van de BRIM altijd een bijzonder vriendelijk man
is. Hij is daar overigens ook een principieel man.
Hij komt op voor belangen en hij doet dat altijd
op een zeer prettige en voor iedereen acceptabele
manier. Gezegd mag worden dat de BRIM prettig en
goed functioneert; de heren bij het bureau econo
mische zaken verdienen een compliment en ook de
betrokken wethouder wil ik lof toezwaaien.
Bij beluisteren van de algemene beschouwingen
wist ik af en toe niet waar ik aan toe was. De
heer Crul heeft gezegd dat het economisch bestel
hij voegde daaraan toe: ook in Breda de oor
zaak van de achterstand is. In hetzelfde kader
heeft hij betoogd dat het verschijnsel van non
activiteit vooral bij de zwakkere groepen voorkomt.
Ik weet niet of hij daarmee iets suggereerde, maar