21 MAART 1977 175 beweerd, ook op wetenschappelijke gronden hier door is het voor mij juist minder waard dat het met name de behoudende partijen zijn die het JAC niet wensen, maar die stelling wordt niet be wezen wat echter meer voorkomt. Het vorige pread vies kwam onzes inziens niet toe aan wat wij wil den in het kader van onze optiek inzake de direc te leniging van de nood van jongeren. Wij waren niet tevreden met het in het collegevoorstel ge stelde over het in stand houden van een goed JAC. Uit gesprekken met het college en het JAC werd de rol van de begeleidingsgroep Adolescentenvraag stukken in relatie tot het geheel niet duidelijk. Ik ben er blij om dat in ieder geval één ambte lijke groep van volledige vertrouwen van de pro gressieve fracties heeft; dat is in elk geval mee genomen. Verder wijs ik op de eenzijdige verplich ting in dat preadvies met betrekking tot de sa menwerking met andere instellingen. Er werd in het preadvies aan het JAC opgelegd dat het met an dere instellingen moest samenwerken, maar wat die andere instellingen konden doen was niet duide lijk. Ook de tijdsduur van twee jaar vormde voor de commissieleden een moeilijkheid. Wij hebben er voorts op aangedrongen dat het JAC de mogelijk heid zou worden gegeven met goede jaarverslagen en goede evaluatieverslagen te komen. Zeer pru dent dient daarin te worden omschreven wat men erin wil hebben, want het wezenlijke werk van het JAC laat zich gelukkig niet beschrijven. Ik hoop dat het college daar ook nooit naar zal vragen, want daar is het werk te privé voor. Het JAC zal evenwel de ruimte moeten krijgen en daarom zijn wij blij met dit voorstel. Men kan het misschien een pleistervoorstel noemen, maar ik denk dat de uitkomst heel erg goed zal zijn voor de jeugdigen in Breda die in nood verkeren, want zij zijn het die hiermee gediend zijn. Het huidige JAC moet werkelijk de gelegenheid krijgen om goed na te denken oyer het functioneren van wat ik oneerbie dig de eerste en de tweede lijn zal noemen. Vele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 175