1768 24 NOVEMBER 1977
(Avond)
wijze op, evenals iedereen in deze raad, dus ook
de heer Martens, dat doet. In ieder geval dank ik
de heer Van Dongen voor zijn complimenterende op
merkingen
De heer Brooimans is terug van weggeweest.
Hij heeft slechts enkele concrete vragen gesteld,
die ik voor een deel al in mijn opmerkingen aan
het adres van de heer Koertshuis heb beantwoord.
De heer Martens is teruggekomen op enkele
punten die ons beiden zeer goed bekend zijn. Het
recreatiebeleid iets anders dan het recreatie-
sportbeleid is nu gestalte aan het krijgen.
Sinds kort beschikt de dienst van jeugd en sport
over één ambtenaar die zich ermee bezighoudt. Ik
hoop dat we in 1978 een eerste aanzet kunnen ge
ven tot een beleidsnota in deze sfeer. In hoeverre
dat lukt, moeten we nog zien. In elk geval is het
zo dat in de meerjarenbegroting een vooralsnog
half-time recreatiesportleider is opgenomen
voor het jaar 1980. Het college is dus bepaald
niet ongenegen ook in deze richting mee te denken
en in dit verband ruimte in de begroting te cre-
eren
De nota van het N.W.I.T. is er gewoon nog
niet. Ik kan er ook niets aan doen: het ding was
ons voor juni 1977 toegezegd, maar het is op dit
ogenblik nog steeds niet bij de dienst van jeugd
en sport binnen. Het spijt mij verschrikkelijk.
We zitten op het ogenblik min of meer op de nota
te wachten, omdat zij deel dient uit te maken van
de sportaccommodatienota, waarin met de ontwikke
lingen in de sfeer van de recreatieve sport reke
ning moet worden gehouden. Ook het N.W.I.T. zal
overigens geen keiharde gegevens over kwantiteiten
op tafel kunnen leggen. Overigens zullen wij, waar
dat mogelijk is, in ons accommodatiebeleid zeker
rekening houden met de ontwikkeling in de recre
atiesport. Ik geloof dat de wijze waarop wij onze
accommodaties in Breda willen "wegzetten" volkomen
in overeenstemming is met de door de heer Martens
gemaakte opmerkingen. Ook wij streven een