1773 25 NOVEMBER 1977. (Middag) raat uitgesproken. U zult van mij wel willen aanne men dat ik die waardering op een geschikt moment zal overdragen. De heer Veelenturf heeft aandacht gevraagd voor de beantwoording van vragen en het aan de or de stellen van problematiekenwaarmee wij als ge meenteraad op onze plaats en met onze taak en func tie eigenlijk nauwelijks direct hebben te maken. Het is een probleem dat zich regelmatig voordoet, een probleem dat ook regelmatig leidt tot het idee alsof wij een soort brievenbusfunctie vervullen, waarbij wij vragen van de zijde van de raad of van raadsleden innen, deze naar een bedrijf doorspelen, van dat bedrijf antwoord krijgen en vervolgens het desbetreffende raadslid op de hoogte stellen van datgene wat er in het bedrijf over wordt gezegd. Met name volgen wij die procedure in de eerste plaats omdat je niet kunt zeggen dat een raadslid daarmee niets zou hebben te maken, maar of het de taak, de functie en het beleid van het college be treft waag ik anderzijds te betwijfelen. Dat doet zich in onze vrije sector vrij regelmatig voor en ik geloof dat het goed is te proberen een verstan dig beleid ten aanzien daarvan te voeren. Ik zal tegelijkertijd de opmerking van de heer Dreef over de Raad voor de Werkgelegenheid meenemen. Praatjes vullen geen gaatjes, en dat geldt ook in dit geval. Wij barsten van de overleg organen, van de koepels, van de gestructureerde dit en de gestructureerde dat en daartussen nog aller lei overlegsituaties. Een aparte stedelijke raad voor de werkgelegenheid zou naar onze mening geen soelaas bieden en zal in ieder geval niet tot werk gelegenheid leiden. Wij hebben, nogmaals gezegd, op ieder niveau goede contacten met degenen die zich met het creëren van werkgelegenheid bezighouden en wij willen dat graag zo houden. In dit verband wil ik nog even terugkomen op het bodemoverleg. Het bodemoverleg is louter en al leen een overleg tussen een aantal terreinbeheer ders. Wij willen ons niet tot die vijf terreinbe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1773