1777 25 NOVEMBER 1977. (Middag) Dat betreft zijn standpunt met betrekking tot de ontwikkeling van het Turfschip, het Casino en V.V.V.In het begin van het volgend jaar mogen wij in de raad een nota V.V.V. verwachten. De heer Dreef kent ons standpunt ten aanzien van de Raad voor de Werkgelegenheid. Ik zou het college dan ook willen ontraden in te gaan op het advies 50.000,af te zonderen hoe graag ik ook mijn budget wil zien uitgebreid voor het instal leren van een dergelijke raad en het ter beschik king stellen van een eigen budget. Het is mij niet bekend wie waar werkt en waar zij vandaan komen. Ik meen dat het ook veel te ver zou voeren daar over systematisch gegevens te gaan verzamelen. Daarmee zouden wij ons als gemeente op een weg be geven waarop wij naar mijn gevoel niet thuishoren en ik zou willen zeggen: ieder zijn eigen pakket. Kortgeleden heeft de directie van de Machinefa briek Breda ons geïnformeerd over het rapport met betrekking tot de Djobling-bedrijven. Wij hebben dat, mede gelet op deze begrotingsbehandeling, nog niet kunnen inzien. Mocht het ons aanleiding geven verdere stappen te nemen, dan zullen wij dat zeker doen. De overige opmerkingen van de heer Dreef zijn mijns inziens toch van een andere aard dan wij normaliter van hem gewend zijn. Ook de heer Van Banning heeft dat gezegd. Het gaat zowel in de Br.I.M. als in de commissie economische zaken op een uiterst constructieve wijze en ik vind het eigenlijk een beetje jammer dat dan ineens vol strekt afwijkende geluiden klinken. Met een knip oog in de richting van het Van Sonsbeeckpark, zou ik willen zeggen dat het bomen van rooien bijna even erg is als het rooien van bomen. De heer OOMEN: Het gaat naar mijn mening een beetje minder vlot' Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heer Van Ban ning heeft zijn jaarlijkse verantwoording voor zijn delegatie in de richting van de Br.I.M. ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1777