1779 25 NOVEMBER 1977. (Middag) De heer VAN BANNING: Ik zou nog een enkele opmerking willen maken. De wethouder heeft over het bodemoverleg gesproken en met betrekking daar toe hebben wij en naar ik aanneem ook de andere raadsleden een informatie ontvangen. Vanmorgen heeft in de krant gestaan dat de burgemeester van Fijnaart betreurt dat hij niet in het overleg is betrokken. Ik heb begrepen dat er met dit bodem- overleg een start is gemaakt en ik zou graag zien dat een dergelijk overleg zich tot geheel West- -Brabant zou uitstrekken, ook in die zin dat de bedrijven daar komen waar zij qua bedrijvigheid en omvang en misschien ook qua werkgelegenheid de meest passende plek kunnen vinden. Het blijft na tuurlijk altijd wel zo dat iedereen die zich zal willen vestigen daarin zijn eigen stem wil hebben, wat gewoon zal moeten worden gerespecteerd en dat zou mijns inziens trouwens ook niet anders kunnen. Ik meen dat dit in het verleden ook al een aanzet heeft gekregen in het manoeuvreren van de Br.I.M.. Als wij zagen dat een bepaalde bedrijf om welke reden dan ook niet passend was, werd dit doorgege ven en ik meen dat het goed is dat de raad daarvan op de hoogte is. Naar mijn mening is het bodemover leg een eerste aanzet en hoewel wij het niet heb ben afgesproken, verwacht ik ook niet anders dan dat de resultaten van dit overleg duidelijk hun weg zullen weten te vinden in een rapportering naar de geëigende instanties, zijnde de Br.I.M. en het bureau economische zaken. Voorts heeft de wethouder gesproken over de jaarlijkse verantwoording die ik graag ook in de raad afleg met betrekking tot het functioneren van de Br.I.M. en van de leden van de raad ik neem aan dat het ook de instemming van de overige leden heeft in de Br.I.M.. Ik heb zeer nadruk kelijk mijn zorg met betrekking tot het gereedko men van de industrieterreinen gesignaleerd. Ik zou er zeer nadrukkelijk ook de aandacht van de leden van de raad voor willen vragen en ik neem aan dat het college toch binnen niet al te lange termijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1779