1781 25 NOVEMBER 1977.
(Middag)
dat gedeeltelijk wel volgen en ook ir. De Wild
heeft daarover tijdens een onderhoud dat wij met
hem hadden gesproken, maar wij vragen ons toch af
of een overleg tussen overheid, werkgevers en
werknemers niet zinnig zou zijn. Ik heb gevraagd
of u bereid bent een studie daarover te plegen en
op die vraag heb ik geen antwoord gehad. Ik zou de
heer Dreef, die dit item weer eens heeft opgevoerd
die vrijheid heeft hij willen vragen of
hij in staat is ons in een nota of een notitie te
laten weten hoe hij zich zo'n raad voor de werkge
legenheid voorstelt, welke bezetting hij zou moe
ten hebben, op welke wijze hij zou moeten functio
neren en welke mandaten zouden moeten worden ver
strekt. Hetzelfde verzoek zou ik willen doen met
betrekking tot een sociaal vestigingsbeleid, waar
over de heer Dreef heeft gesproken. Wat bedoelt
hij daarmee? Ik heb de indruk dat twee zaken door
elkaar worden gehaald. Ik kan mij voorstellen dat
hij denkt aan een selectief beleid, zoals dat bij
voorbeeld door de Br.I.M. wordt gevoerd bij de
verkoop van terreinen. Hij zou ook een sociaal sta
tuut, zoals Rotterdam dat kent, kunnen bedoelen.
Ik weet het niet en ik zou de heer Dreef willen
vragen of hij ook daarover een notitie zou kunnen
produceren. Ik kan mij voorstellen dat dit in de
commissie economische zaken aan de orde wordt ge
steld, maar ik wil in ieder geval zeggen dat ik
een dergelijke notitie dat geldt ook voor een
notitie zijnerzijds over de raad voor de werkgele
genheid zeer beslist in onze fractie ter sprake
zou willen brengen.
Ik heb in eerste instantie een opmerking over
een Brabantse trekker gemaakt. Ik weet niet of u
daarover gedachten hebt en dat zal mijns inziens
ook een beetje moeilijk zijn. Ik heb begrepen dat
u de kwestie van het Gewestelijk Arbeidsbureau,
de sollicitantenbankde vacaturebank en ook het
arbeidsbureau-nieuwe stijl in de commissie aan de
orde zult stellen en wij zullen dus daarop wachten.
Ik hoop wel dat dit eerder dan maart 1979 het geval