1791 25 NOVEMBER 1977. (Middag) zal moeten worden bezuinigd, wat op de nekken van de laagstbetaalden terecht zal komen. Daarom zijn wij ertegen. De VOORZITTER: Zullen wij het regeringspro gramma voorlopig laten rusten en ons met onze ei gen zaken bezighouden? Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heer Koertshuis heeft over de hal van Push gesproken. Het spijt mij erg, maar hij zit ernaast. Wij hebben vanaf het begin in ons beleid met betrekking tot de hal van Push, waaraan wij alle medewerking willen ge ven, gesteld dat van de gemeente geen medewerking zou mogen worden verwacht in geval van exploitatie tekorten. Volgens de laatste berichten zou Push de hal kunnen realiseren met een aanzienlijk ex ploitatietekort en het verzoek van Push aan de ge meente is dat jaarlijkse exploitatietekort te dek ken of de dekking daarvan te garanderen. Dit is een volstrekt nieuwe situatie, maar Push is bij voorbaat, bij de aanvang van het overleg exact op de hoogte gesteld van ons standpunt in dezen. Ik ben dan ook van mening dat wij geen nieuwe voor waarde hebben gesteld, maar de heren gewoon heb ben gewezen op de uitgangspositie van de gemeente bij het eventueel realiseren van een dergelijke hal. Met betrekking tot het N.W.I.T. kan ik de heer Martens in positieve zin antwoorden. Wij zul len daar uiteraard het is niet de eerste keer - achteraan trekken. Wij hebben die nota ook nodig in het kader van onze eigen accommodatienota. Ook zijn tweede vraag kan ik met "ja" beantwoorden het is niet te geloven) de niet-georganiseerde sporter zal een plaatsje in het inspraakproces krijgen. De heer Van Banning heeft gerefereerd aan het standpunt van burgemeester Van Bochhoven van Fij naart. Het is een aardige man, maar het gaat ons erom dat je in het bodemoverleg een aantal gemeen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1791