25 NOVEMBER 1977. 1814
(Middag)
900 jongeren in de leeftijd van zes tot achttien
j aar.
In de krant hebben wij kunnen lezen dat de
K.M.A. 150 jaar bestaat. Ik zou u willen vragen of
u ons daarover iets naders zoudt kunnen vertellen.
Ik wil ook vragen of de gemeente Breda in de toe
komst daarmee zal hebben te maken en wat eventueel
de consequenties daarvan zullen zijn.
Onze fractievoorzitter heeft in zijn algemene
beschouwing gezegd dat er misschien iets over de
permanente educatie zou worden verteld. Ik moet u
zeggen dat wij een dezer dagen een rapport over de
permanente educatie hebben ontvangen van de werk
groep die op 7 mei 1975 werd ingesteld. Ik heb ook
begrepen dat het college voornemens is deze aange
legenheid maandag aanstaande in de commissie onder
wijs en mogelijk ook woensdag aanstaande in de com
missie culturele zaken aan de orde te stellen. Ik
wil er niet zoveel over zeggen, ik wil er slechts
één punt uit halen en dat is, dat er in onze samen
leving steeds meer vrouwenverenigingen komen die
zich willen inzetten en mede-verantwoordelijkheid
willen dragen voor het hele gebeuren in onze goede
stad Breda. Het is misschien buiten de orde, ik
weet niet of dit in deze portefeuille thuis
hoort en als dat inderdaad het geval is zal ik dat
wel van u horen. Wanneer ik niets hoor, ga ik rus
tig mijn gang. Een aantal vrouwenverenigingen in
Breda informeert op gezette tijden waar zij hun
oor te luisteren kunnen leggen voor het verkrijgen
van erkenning door de gemeentelijke overheid en
van subsidie. Hierbij denk ik aan het Katholiek
Vrouwengilde, de Nederlandse Vereniging van Huis
vrouwen, de Nederlandse Christelijke Vrouwenvere
niging, de Nationale Vrouwenbeweging, het Neder
lands Vakverbond dat een afdeling in noord en één
in het centrum heeft, de Vrouwen Adviescommissie,
de groep Melania, de Rooie Vrouwen van de Partij
van de Arbeid, in de ST.A.R. werkt een aantal
vrouwen actief, en de Vereniging van Vrouwenbelan-
gen. Deze organisaties zijn in Breda bijzonder ac-
