1815 25 NOVEMBER 1977.
(Middag)
tief en proberen het een en ander van de grond te j
krijgen. Ik heb begrepen dat zij in mei 1977 een k
subsidie-aanvrage aan burgemeester en wethouders
hebben gericht, waarbij tevens een verzoek om woon- b
ruimte is gedaan. Voor zover mij bekend, is deze e
aanvrage afgewezen en ik zou u willen vragen wat
de redenen daarvan zijn. Het is ons ook bekend dat e
ten aanzien van de welzijnsbevordering in het ka- t
der van het gemeentelijk beleid wordt vastgesteld g
dat iedere Bredase inwoner daarop recht heeft en z
ook de dames horen daaronder. Volgens de sociogra- c
fische dienst herbergt Breda momenteel 3.000 vrou- w
wen meer dan mannen. Op 30 juni 1977 telde de ge
meente Breda 57.731 mannen en 60.814 vrouwen. Hier
ligt een kans voor de overheid de energie en de
tijd, die de vrouwen hebben, te gebruiken, zeer
zeker in onze samenleving. Naar onze mening moeten
wij deze groepen niet laten inslapen, maar moeten
wij hun de kans geven. Ik zou u dan ook willen vra
gen welke mogelijkheden er zijn deze groepen te
helpen. Ik meen dat elke politieke partij met deze
groeperingen zeer veel in het vaandel zou dragen
en ik zou u willen vragen wat uw visie is om in de
toekomst ook deze groepen te helpen. Er is een al
oude spreuk: wie in Breda in vreugd wil leven,
moet de vrouw de overhand geven. De vrouw van Bre
da wil beslist niet de overhand hebben, maar zij
zal de uitgestoken hand met beide handen grijpen.
De heer HENDRIKSEN: Wie in Breda met vreugd
wil leven, moet de progressieven een handje geven.
De heer GIELEN: Dat is al verschillende keren
gebeurd
Wethouder SANDBERG: Je weet nooit hoe je hem
terugkrijgt, dat is het probleem, of al je vingers
er nog aan zitten.
De heer HENDRIKSEN: Er zit soms wel eens een
handschoen omheen, je weet niet wat je pakt. Voor