25 NOVEMBER 1977. 1824
(Middag)
dat het de overeenkomst van 1942 is, maar daarover
zullen wij niet strijden. Waarschijnlijk zal dat
in 1978 plaatsvinden, dat is in ieder geval het
doel waarnaar wij streven en dat zal betekenen
dat de hele overeenkomst zal worden gewijzigd en
opnieuw door de raad zal moeten worden vastgesteld
Ik mag gewoon signaleren dat er op dit moment erg
veel aandacht vanuit het bedrijf wordt besteed aan
de heroriëntatie en -organisatie van het ophalen
van het afval. De kwestie van de plastic zakken
heeft natuurlijk erg veel aandacht gevergd. Wij
zullen zeker in het jaar 1978 op twee belangrijke
zaken onze aandacht moeten richten, namelijk op de
organisatie van de grofvuilsituatie en op de situ
atie met Nieuw Ginneken en onze verplichtingen
ten aanzien van de brandbestrijding aldaar. Op de
vraag of de commissie bedrijven nog nadere infor
matie zal krijgen voordat de personeelsuitbreiding
bij de brandweer wordt geëffectueerd, kan ik ant
woorden dat wij een uitbreiding van twaalf man
voorzien. De heer Van den Wijngaard heeft vier
mensen daarvan nadrukkelijk afgezonderd, hij heeft
geen problemen met de werktijdverkorting en de uit
breiding die dat met zich brengt, maar hij wil na
dere informatie hebben over de vier man omdat ons
areaal qua brandbestrijding groter zal worden en
in verband met de evaluatie van de korpssterkte.
Het ligt inderdaad in ons voornemen in 1978/1979
met een evaluatienota over de korpssterkte van on
ze brandweer te komen.
Met betrekking tot het energie- en waterbe
drijf heeft de heer Van den Wijngaard in de eerste
plaats gevraagd uiteraard kom ik straks nog op
de verschillende diensten en bedrijven terug wan
neer er door anderen vragen over zijn gesteld
waar wij met ons G.E.B. in Breda in de toekomst
voor staan. Ik heb al in ander verband gezegd dat
de meest ongunstige situatie een stukje consolida
tie en stabilisatie van het bedrijf is. Dat wil
zeggen dat wij niet meer te doen zouden krijgen
dan doorgaan met datgene waarmee wij ons nu bezig-