1829 25 NOVEMBER 1977. (Middag) wij luisteren, dit cijfer vraagtekens oproept. Wethouder SANDBERG: Ik heb dat cijfer wel in een ander verband genoemd. Wij hebben toch een stukje betrokkenheid getoond bij de mogelijkheid van energiebesparing. Wij hebben daarbij gezegd dat in dat verband een warmtekrachtcentrale bij zonder belangrijk is, want dat zou kunnen beteke- ne dat wij tot een enorme besparing van deze pri maire energiebron zouden kunnen komen. Ik heb er geen kosten en ook geen opbrengsten bij genoemd, ik heb alleen gezegd dat wijwanneer wij met de warmtekrachtcentrale zouden beginnen, in ieder ge val met die heel grote aardgasbel de mogelijkheid hebben een enorm quantum van die brandstof te be sparen. Meer kan ik er op dit moment echt niet over zeggen, maar de heer Van den Wijngaard wil er toch meer over weten. De heer VAN DEN WIJNGAARD; Neen, ik wil niet meer weten, maar ik wil alleen feiten constateren. De wethouder noemt zelf een getal, hij noemt een besparing, maar kosten kunnen niet worden aange geven. Ik zou het dan ook voor mij houden en zo'n getal niet gebruiken. Wethouder SANDBERG: De heer Van den Wijngaard verstaat mij verkeerd. De warmtekrachtcentrale bespaart wellicht energie, maar kost geld qua in vestering en dergelijke en daaromtrent heb ik geen woord gezegd. De door mij genoemde besparing heeft alleen betrekking op de vraag of het misschien een bijdrage in de energiebeperking kan betekenen en niet op de financiële middelen en mogelijkheden. Als ik nog iets over deze hele materie mag zeggen, dan stel ik dat het college in ieder ge val de studiegroep heel nadrukkelijk heeft gewezen op de interim-rapportage van de beleidsadviesgroep stadsverwarming. Daarin staat een aantal uitgangs punten, met name ten aanzien van comfort en finan ciële consequenties in relatie tot de particuliere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1829