21 MAART 1977 183 jeugdige meer was, maar dat ik de volgende dag ook zou komen aankloppen. Wie heeft er namelijk geen financiële nood? De heer Welschen heeft verder over twee lange poten gepraat en daarbij opgemerkt dat als één daarvan verkort men mank zal lopen. De heer WELSCHEN: Twee even lange poten.' De heer VAN DONGEN: Het mag van mij zo potig zijn als het wil, maar ik wens dat de poot van de hulpverlening niet door de andere poot in de weg wordt gestaan, want dan kan het ondanks de even lange poten een verschrikkelijk mank beestje wor den. Nogmaals wil ik opmerken dat wij een JAC in Breda willen hebben, dat best dit JAC mag zijn, als het zich maar met alternatieve hulpverlening bezighoudt. Wij zullen elkaar dan echter eerst moeten vinden met betrekking tot de combinatie, de verhoudingen en de relatie ten aanzien van de twee doelstellingen. Er is tenslotte nog iets dat ik niet helemaal begrijp. Zo lang ik hier in de raad zit dat is pas een korte tijd heb ik gehoord dat het C.D.A en de V.V.D. ten opzichte van het college niet kritisch genoeg zijn. Nu ben ik eens kritisch in de richting van het college, maar nu stelt men dat óf het college afgaat of wijl Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik heb de indruk dat de heer Welschen mij gewoon niet wil begrijpen De opstelling in de commissies was zodanig dat er wellicht kwantitatief gezien een meerderheid voor het JAC-voorstel kon worden bereikt, maar de moti veringen zouden volstrekt verschillend zijn ge weest. Naar ons oordeel was dat geen basis voor voortzetting van de subsidiëring aan het JAC. De heer WELSCHEN: Ik realiseer mij dat er nu mensen kunnen gaan ontploffen, maar ik verzoek u toch de vergadering voor zeer korte tijd te schor sen, zo u in staat bent ontploffingen te voorkomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 183