1841 25 NOVEMBER 1977.
(Middag)
ge ook geheel achter staat, gesteld dat niet met
een ad hoc-plan moet worden gekomen en dat een en
ander echt gestructureerd in elkaar moet worden
gezet, wat betekent dat zij wat meer tijd nodig
heeft. Ondertussen krijg je ook signalen ik
mag in dat verband op het vrouwentrefcentrum wij
zen dat de verlangens van een zodanige orde
zijn dat je je moet afvragen of het toch niet nood
zakelijk is daaraan iets te doen. Het college heeft
enige weken geleden geconstateerd dat dit een ont
wikkeling is met betrekking waartoe iets moet ge
beuren, zonder meteen uit te spreken wat er dan
precies moet worden gedaan, en heeft mij opgedra
gen de coördinatie daaromtrent te verzorgen. Het
zou ook in andere portefeuilles kunnen thuishoren,
maar het is in ieder geval naar mijn portefeuille
verwezen. Ik zal binnenkort een afspraak maken met
zowel de Vrouwenraad als het vrouwentrefcentrum.
Een reeds gemaakte afspraak kon niet doorgaan om
dat de dames eerst zelf behoorlijk overleg wilden
hebben om te zien in hoeverre hun verlangens op
elkaar aansluiten. Ik meen echter dat het gesprek
nog wel in dit jaar zal plaatsvinden en dan zullen
wij met elkaar moeten nagaan wat er mogelijk is
en wat ook reëel is ik weet intussen ook enigs
zins wat er elders gebeurt wat er mogelijk
toe zal leiden dat er iets door de gemeente kan
worden gedaap om de problemen op te lossen.
Met betrekking tot het drumbandoverleg moet
ik eigenlijk een heel schizofreen antwoord geven.
De nota is er, maar ik ken haar niet. De nota is
naar ik meen vanmorgen klaar gekomen en hiermee
hebt u informatie heet van de naald. De heer Gie-
len heeft ervoor gepleit de drumbands in de sector
cultuur onder te brengen, naar aanleiding waarvan
ik heb gezegd dat wij eerst maar eens moesten af
wachten hoe de drumbands zelf daarover denken.
Dat hebben zij gedaan en daarvoor hebben zij een
behoorlijke tijd genomen het waren ook grote
problemen maar ik meen dat de drumbandwereld
zelf er eigenlijk helemaal niet voor voelt alle