25 NOVEMBER 1977. 1842
(Middag)
bands in één sector onder te brengen. Er schijnt
toch ik weet niet meer dan de eerste informatie
die ik van de voorzitter van de groep heb gekre
gen -- een verscheidenheid van wensen te zijn. De
ene helft wil graag onder de sector cultuur vallen,
want bij deze mensen staat het maken van muziek
voorop en anderen wensen helemaal niet zo hoog
staand muziek te maken, zij willen het alleen als
een vrijetijdsbesteding zien, zij wensen niet te
voldoen aan allerlei hoogstaande klassieke of welke
normen dan ook, zij willen gewoon trommelen en
stokzwaaien met elkaar en in de oorspronkelijke
subsidieregeling blijven. Dat zullen wij dan maar
afwachten, ik meen dat wij toch moeten proberen de
hele drumbandwereld niet helemaal onderste boven
te halen. Het ligt zeer zeker in mijn voornemen
in januari de subsidieregeling voor de drumbands,
hoe zij dan ook zal luiden, bespreekbaar te maken
en ik hoop dat die regeling in overleg met de drum
bands tot stand zal komen. Ik wil dat graag aan
een ander punt koppelen en het ligt dan ook in
mijn bedoeling in januari aan de raad een subsidie
regeling voor te leggen voor niet alleen de drum
bands, maar ook ten aanzien van de koorwereld,
waar nagenoeg communis opiniobestaaten ter zake
van de toneelsituatie, waarbij zoals men weet ook
een aantal aanbevelingen van de provinciale over
heid een rol speelt.
Vervolgens wil ik ingaan op de opmerkingen
en vraagstelling van de heer Hendriksen. Ik ben
bijzonder blij dat ik dit jaar toch meer lovende
woorden dan ooit van de heer Hendriksen heb gehoord
en dat hij uitdrukkelijk heeft uitgesproken dat
bepaalde ontwikkelingen in de sector cultuur ook
zijn goedkeuring hebben. Ik ben daarmee erg blij,
niet zozeer omdat dit voor mij geldt, maar omdat
de mensen die er dagelijks mee bezig zijn echt wel
een woord van waardering verdienen, want velen
spannen zich meer dan normaal in om het hele pro
ces tot een goed einde te brengen. Natuurlijk moet
er worden gedemocratiseerd en dat doen wij in vele